Kamers, kunst en competitie
(2001)–J.B. Oosterman, B.A.M. Ramakers– Auteursrechtelijk beschermdTeksten en documenten uit de rederijkerstijd
[pagina 33]
| |
De dichter en zijn kunst | |
[pagina 35]
| |
Acte over een jaargeld voor Anthonis de RoovereAnthonis de Roovere, rederijker, werd door de notabelen en het gewone volk begiftigd met zes pond grotenaant. per jaar vanwege de kunst die hij beoefende.
Op de laatste dag van februari in het jaar 1466 waren de burgemeesters, schepenen, raadsleden, hoofdmannen en dekens van alle ambachten van de stad Brugge samengekomen in de schepenkamer van Brugge. Ze waren daar vanwege een verzoek dat onze roemruchte heer en vorst, mijn heer de graaf van Charolais,aant. hun had gedaan nadat zij dezelfde roemruchte vorst een welwillend antwoord hadden gegeven op een eerder verzoek zijnerzijds. Nu trad naar voren de edele en geachte heer Jan de Baenst, ridder en heer van Sint-Joris in Distel, en hij deelde aan alle aanwezigen mee dat Anthonis de Roovere, poorter van de genoemde stad, veel verdiensten had voor Brugge, en dit sinds vele jaren en bij diverse gelegenheden. Hij had talrijke onderhoudende spelen, goede moraliteitenaant. en gepaste esbattementen geschreven en opgevoerd. Bovendien had hij de vreugdevolle retorica op nog verschillende andere manieren beoefend. Vanwege dit alles verdiende hij het dat men hem zou behouden voor de stad Brugge en dat hij enigerlei betrekking zou krijgen of iets anders, met als bedoeling hem sterker te binden aan de stad, zodat hij er zou blijven en zich er nog meer toe zou leggen op de genoeglijke retorica (die de stad tot eer en vreugde zou moeten strekken). Hij zou geen reden meer mogen hebben de stad te verlaten en naar elders te vertrekken. De eerdergenoemde hoofdmannen en dekens gingen in beraad na dit verzoek gehoord te hebben. Ze kwamen met de burgemeesters, schepenen en raadsleden tot overeenstemming dat Anthonis de Roovere, vanwege diens opgesomde verdiensten | |
[pagina 36]
| |
voor de stad op het gebied van de retorica, een toelage zal ontvangen ten behoeve van levensonderhoud en onkosten, in de hoop dat hij zijn bezigheden zal voortzetten en geen enkele reden heeft de stad te verlaten. Deze toelage bedraagt zes pond groten per jaar, en wordt uitbetaald in twee halfjaarlijkse termijnen van drie pond groten. De eerste uitbetaling vindt plaats op de eerste dag van de komende maand september. Vervolgens wordt Anthonis iedere zes maanden uitbetaald zolang hij zal leven en blijft wonen binnen de stad Brugge. |
|