Kamers, kunst en competitie
(2001)–J.B. Oosterman, B.A.M. Ramakers– Auteursrechtelijk beschermdTeksten en documenten uit de rederijkerstijd
[pagina 31]
| |
Bijlage bij het reglement van De WijngaardrankWij, Marie de Hamal, markgravin van Aarschot, zijn op de hoogte gebracht van bepaalde geschillen die zijn ontstaan tussen aan de ene zijde de rederijkers van de broederschap van Sint-Anna en De Wijngaardrank in onze stad Aarschot en aan de andere zijde de rederijkers en de broederschap van De Tarweaar in dezelfde stad. We hebben ons over deze geschillen en ook over hun privileges grondig geïnformeerd. Daarom hebben wij deze privileges samen met de bewijsstukken bekrachtigd en bekrachtigen we ze hierbij. Aangezien de rederijkers van De Tarweaar de jongsten zijn, hebben wij bepaald dat zij voortaan geen zinnenpelenaant. of esbattementenaant. in het openbaar mogen spelen op stellingen of wagens in de voornoemde stad, voordat zij twee personen uit hun bestuur of gezelschap naar de hoofdmannen of bestuurders van het broederschap van Sint-Anna en De Wijngaardrank hebben gestuurd met de vraag of er gezellen van de Sint-Annabroederschap zijn die op het voorgestelde tijdstip zullen spelen en of zij hun dat willen melden. De hoofdman of de bestuursleden van de Sint-Annabroederschap zijn dan verplicht daar binnen drie dagen een antwoord op te geven. Als het zou gebeuren dat die van de Sint-Annabroederschap op het tijdstip dat door die van De Tarweaar genoemd is, zelf zouden willen spelen, dan moeten de leden van De Tarweaar geduld hebben en wachten, zonder daar iets tegen te ondernemen, tot de leden van de Sint-Annabroederschap gespeeld hebben. In het geval dat beide gezelschappen het in overleg eens worden om beide op dezelfde dag te spelen, dan bevelen wij hun, dat de ene keer het ene gezelschap en de andere keer het andere gezelschap de stelling waar zij beide op zullen spelen, zullen opstellen en afbreken. Als hierin een overtreding wordt begaan, zal de overtreder berecht worden door de officier en de rechtbank van onze stad Aarschot. | |
[pagina 32]
| |
Eveneens mag voortaan geen van beide gezelschappen in woord of spel de ander beschimpen of met bepaalde woorden de ander te schande maken of bespotten in refreinen, liedjes, gedichten, zinnespelen of esbattementen. Een persoon die dat doet zal als straf uit alle rederijkersgezelschappen verwijderd en als lid geschrapt worden. Een gezelschap dat zo'n lid verder wil steunen en verdedigen, zal onmiddellijk opgeheven en verboden worden.
Ondertekend: Marie de Hamal |
|