Precies om vijf uur die middag bereikte ik het Plaza hotel, waar het Indonesische hoofdkwartier was gevestigd. Ik werd tot de suite van professor Zain en Yamin toegelaten en gaf een kort overzicht van de tafelgesprekken van troubleshooter Verrips.
De Indonesische minister en ambassadeur waren zichtbaar geschokt. Vooral Zain rook lont. Men vroeg of ik bereid was direct naar Nederland te vertrekken. Diezelfde avond, om precies te zijn, drie en een half uur later, steeg ik van John F. Kennedy airport met een toestel van de K.L.M. op weg naar Amsterdam op. De groep Rijkens betaalde ondanks de inmiddels gefroiseerde betrekkingen tussen haar en mij, als steeds, mijn vliegbiljet. Zes maanden nadat Mr. G.B.J. Hiltermann zijn lezers in de Haagse Post had meegedeeld, dat Rijkens mij aan de kant had gezet en ik dààrom tot mijn handelingen zou zijn gekomen, vloog ik dus nog steeds op Rijkens tickets heen en weer naar Nederland.
Yamin en Zain waren overtuigd, dat men thans met de spionagediensten te maken had gekregen en zij verzochten mij de groep Rijkens onverwijld mee te delen, dat de figuur van professor Verrips voor hen niet acceptabel was als tussenpersoon in welke vorm ook. Zij wensten, in feite, dat ik de groep Rijkens zou waarschuwen voor het ten tonele verschijnen van Web Verrips. Zij konden nauwelijks vermoeden, dat professor Verrips een ontdekking van Paul Rijkens zelf, in hoogst eigen persoon, was geweest.