Washington
16 April 1961 kwam minister Luns naar het Wiite Huis. Hij zou een onderhoud hebben met president Kennedy. Professor Arthur M. Schlesinger heeft hierover in zijn beroemde werk, ‘De duizend dagen’ onder meer geschreven, dat onze minister van buitenlandse zaken een fanatisme aan de dag legde van een kruisvaarder ‘Hij wapperde met een slappe wijsvinger in Kennedy's gezicht’, aldus professor Schlesinger, ‘een geste, welke Kennedy welgemanierd negeerde. Wanneer Luns zich aldus opwond, had Kennedy maar één rechtstreeks antwoord: 'Wilt u dan oorlog voeren over Nieuw Guinea?’.
Schlesinger schrijft verder, ‘De president maakte Luns duidelijk, dat de Nederlandse regering rustig de schuld aan de V.S. zouden kunnen geven, wanneer men maar bereid wilde zijn in Den Haag aan het conflict een einde te maken’.
Tegelijkertijd met de confrontatie Kennedy-Luns verscheen in de Haagse Post in de rubriek Pers de kop, dat de minister in Washington een Nederlandse tegenspeler had gehad. De. H.P. had eveneens beslag weten te leggen op een kopie van mijn vertrouwelijk memorandum via Van Blankenstein aan de groep Rijkens over mijn bespreking met Rostov. Oltmans had verder een geheugen als een ijzeren pot, en Oltmans dit en Oltmans dat, schreef de Haagse Post. Waar het artikel op neer kwam, was, dat ik grondig het gras voor de voeten van de minister had weggemaaid tijdens mijn eigen bezoek aan het Witte Huis tien dagen voor Luns.
Het zou verder niet opportuun zijn over bepaalde ontwikkelingen rond mijn memorandum aan Rostov en Witte Huis verbindingen naar de groep Rijkens, en naar Paul Rijkens' vriend, prins Bernhard, verdere gegevens te publiceren. Ik wil slechts volstaan met op de reserve die hier is gemaakt nu te wijzen.