23.
Vanuit Bandjarmasin reisden wij naar Pontianak aan de westkust. Per schip over de Kapoeas het binnenland in. Wij passeerden een kanaal van 28 kilometer lengte. Halverwege herinnerde een monument aan het feit, dat een Nederlander het in 1879 had aangelegd. Waarschijnlijk niet gegraven. Of, zoals mevrouw Indira Gandhi, eerste minister van India eens vertelde, ‘My grandfather once told me that there are two kinds of people: those who do the work and those who take the credit.......’
Vanuit Panhandoet maakten wij een vlucht met hefschroefvliegtuigen van de AURI over de Borneose jungle. De ongereptheid van de natuur is oneindig. De dierenwereld is grotendeels nog intact. Er zijn orang oetans en pythons. Er zijn honderden soorten orchideen. Er wordt diamant gedolven. Asscher vervaardigde hier uit een steen van 116 karaat en juweel ter waarde van een miljoen gulden. Kalimantan is tenslotte even groot als Texas, en tweemaal zo groot als Engeland, Schotland en Wales samen.
In Balikpapan sprak Soekarno honderdduizend mensen toe. Met door de B.P.M. beschikbaar gestelde amphibie-toestellen vlogen wij naar het in de bergen gelegen Samarinda. Hier werden Dajak krijgsdansen vertoond van een authentieke schoonheid als men zelden te zien krijgt. De president toonde zich ongetwijfeld steeds een liefhebber van kunst. Wat hem er dan toe dreef later op zo'n avond een portie banaliteit ten toon te spreiden heb ik nooit precies begrepen. Hij wilde dan zelf een dansje maken, koos zichzelf een plaatselijke schone, en nodigde daarop zijn gasten uit hem te volgen. Eén voor één kreeg men dan een wenk. In Samarinda was het de Sovjet ambassadeur die zelf 1.90 meter lang een keus diende te maken uit een groep tengere, gratievolle Dajak meisjes. Hoe opgelaten ambassadeur Zukov zich voelde scheen Soekarno dan niet te merken.
Waar de president ook een handje van had was zijn genodigden op