Djakarta
28 Januari 1957. In grote letters bracht de Nieuwsgier die ochtend op haar voorpagina de aankondiging van een Adres aan de Staten Generaal van een aantal Nederlanders in Indonesie, die ernstige kritiek hadden op het in Den Haag gevoerde beleid ten aanzien van Indonesie en Nieuw Guinea. Pers-attaché Pekelharing had mij niet alleen op de idee van een petitie aan de volksvertegenwoordiging gebracht, hij had mij tevens tijdens een cocktail-party in zijn woning voorgesteld aan professor dr.
P.N. Drost, gast-hoogleraar in de rechtswetenschappen aan de universiteit van Indonesia. Dat had mij meteen de man geleken die nodig was om de tekst van een adres te schrijven. Ik zocht hem hiertoe later thuis op. Hij was direct enthousiast. Hij werkte een dag en een nacht aan het document en belde mij op, dat het gereed lag. De directeur van de K.L.M. in Indonesie, Duif, ook een sympathisant met het plan, stelde een stencilmachine beschikbaar en spoedig lagen 500 exemplaren van een Nederlandse en 500 van een Engelse tekst van het stuk gereed. (Zie Keesings Historisch archief, 1957, pagina 13036).
Medeondertekenaars waren professor Beerling, mejuffrouw Bergman, de heer De Bruyn (die zich later zou proberen terug te trekken), professor Drost, professor Fokker, dr. Hartgerink, professor Kraal, de heer Olberg, de heer Voûte, professor Verkuyl, dr. Wielenga en ik-zelf.
Martino, correspondent van het A.N.P. haastte zich het in zijn telegrammen voor te stellen alsof ik, als verondersteld onafhankelijk journalist, partij zou hebben gekozen voor Indonesie en in Djakarta een politieke actie tegen mijn eigen land was begonnen. Binnen vier en twintig uur ontving ik de telegrafische mededeling, dat de N.R.C. en andere dagbladen niet langer van mijn diensten gebruik wensten te maken.
Jean Christophe heeft eens gezegd: ‘En attaquant les Francais corrompus, c'est la Francie que je défends’
Er was uiteraard geen beginnen aan voor wie onze daad wilde misverstaan te gaan uitleggen, dat wij in de eerste plaats onze actie hadden ontketend, als Nederlanders in het dringende en dwingende belang van Nederland zelf, zoals professor Drost dan ook kristalhelder in zijn tekst van het Adres had uiteengezet. De journalist licht voor, licht in. Als het dan niet mogelijk is langs bestaande kanalen de verziekte vooroordelen en misvattingen van een kritieke situatie te doorbreken, dan maar