Aan boord van de Willem Ruijs
De reis ging om Zuid Afrika heen vanwege het sluiten van het Suez kanaal. In Kaapstad, waar ik mijn ouders en broers bezocht, die daar toen woonden, zond ik een artikel naar de Nieuwsgier, in Djakarta, één der weinige overgebleven Nederlandse kranten in Indonesië. Ik schreef over de sfeer aan boord van dit Indie-schip, waarvan men verwacht zou hebben, dat het in 1956 een Indonesie-schip zou zijn geworden.
Bij de keus van een tafel in de eetzaal gebeurde er bijvoorbeeld iets ongewoons. Ik had een oud Nijenrodiaan ontmoet, de Indonesier Boes Soewandi, toendertijd verbonden aan de SHELL. De dienstdoende Lloyd functionaris maakte mij er op attent, dat Soewandi's tafel een Indonesische tafel was, en dat ik dus beter ergens anders zou kunnen gaan zitten. Ik vroeg de man wat hij onder een Indonesische tafel verstond. ‘Daaraan zitten alleen Indonesiers samen’, was zijn antwoord. Op weg naar het Verre Oosten scheen mij dat een rede te meer toe om nu juist eens met Indonesiers de maaltijden te gebruiken. Ik ging dus bij Boes zitten.
Enkele dagen later werd ik door een dame, die met drie kinderen en een baboe reisde, aangesproken.
‘Vervelende tafel hebt u getroffen’. ‘Vind u?’ ‘Ja, Allemaal Indonesiers en u als enige blanke.’ Ik legde haar uit, dat Boes Soewandi een studiegenoot was en ik die Indonesiers als mijn toekomstige gastheren zag. Het mens draaide zich met dédain om en verdween. Het was een prettig idee niet bij haar aan tafel te hoeven zitten.
Deze en talloze andere voorvallen beschreef ik in mijn reportage voor de Nieuwsgier. Zij drukte mijn artikel 3 december 1956, de dag voor ik in Priok aan land zou gaan, af. Felle verontwaardiging bij de Nederlandse gemeenschap in Djakarta. Willem Latumeten van het Kementrian Penerangan (ministerie van voorlichting) haalde mij af en zei dat de Willem Ruijs story een storm had veroorzaakt. Het begon al goed. De entree was weer gemaakt. Velen meenden, dat ik had geschreven om mooi weer bij de Indonesiers te spelen. Alsof het mij om de Indonesiers te doen was. Wanneer de filmploeg aan boord alleen dan opnamen wilde maken in de bar van de eerste klasse wanneer eerst alle Indonesiers (bruine gezichten) verdwenen waren, en die Indonesiers hierover zich beklaagden, dan geneerde ik mij hierover als Nederlander.