Beyrouth
Nadat het niet gelukt was met Soekarno mee te reizen sloot ik mijn reis naar Iran af met interviews te schrijven voor Elseviers Weekblad: ten eerste met gezant baron Gevers, tegenwoordig chef protocol van het ministerie in Den Haag: en ten tweede, met dr. K. Scholtens, oud directielid van de SHELL en in die dagen manager van de genationaliseerde Iraanse oliemaatschappij.
Later zou Scholtens in groep Rijkens verband belangrijke besprekingen voeren in Washington. Trouwens, een jaar later, in april 1957, was ik opnieuw zijn gast op doorreis naar Djakarta. Hij liet mij met een vliegtuig van de oliemaatschappij een rondreis langs de olievelden van Agha Jari maken en ik bezocht de gigantische raffinaderij in Abadan. Hierover schreef ik in Vrij Nederland een lange reportage.
De heer Scholtens had vele jaren in Indonesie gewerkt. Hij kende Soekarno persoonlijk. Evenals Paul Rijkens en Emile van Konijnenburg was hij een krachtig voorstander van onderhandelingen over Nieuw Guinea en een open gesprek, juist met Soekarno. ‘Nee’, persisteerden de ministers Drees en Luns nog altijd in die dagen, ‘wij willen (desnoods) met Indonesie praten, maar zeker niet (nooit) met Soekarno......’
Het is steeds in de Nieuw Guinea affaire opvallend geweest, dat Indonesie-kenners en Soekarno-kenners als Rijkens, Scholtens en van Konijnenburg, altijd weer botsten met de betweterende Indië-kenners uit het met oud-kolonialen en Indischgasten boordevol gepropte Den Haag.
Daarbij mag men er aan memoreren, dat lang nadat de heer Drees veilig was bijgezet in de Raad van State, minister Luns, zij het onder druk van een pragmatische Kennedy-politiek, water in de wijn deed. Bepaald amusant wordt het wanneer men bedenkt, dat diezelfde bewindsman van B.Z. uiteindelijk Soekarno dan toch nog Leerdams glaswerk voorzien van hertenmotief is gaan aanreiken.
Van Teheran nam ik de Air France naar de Libanon. Hier ontmoette ik voor een langdurige bespreking onze gezant, dr. van Gulik, kenner van Azie bij uitstek. Hij is inmiddels tijdens een ambassadeursschap in Japan overleden. Misschien juist ook hierom, dat ik hier thans iets meer over kan zeggen. Ook hij bleek het privé diepgaand oneens te zijn met het beleid van minister Luns vis à vis Indonesie en Soekarno. Hij was van mening, dat wij