Baghdad
De rivier de Tigris meanderde bij een mistralachtige lucht door een dor woestijnlandschap. Baghdad is langs een trage bocht ervan opgebouwd. Bij een tussenlanding kon ik een vluchtige blik op de stad werpen. Primitieve, uit leem en zand opgetrokken behuizingen herinnerden aan de blootgelegde overblijfselen van Ostia Antica. Verderop in schrijnende tegenstelling, stonden de moderne flatgebouwen langs de brede boulevards, die naar de binnenstad leidden. Niet ver van de oever van de rivier staken de gouden en turquoise torens en koepels van een sprookjespaleis boven de hoofdstad van Irak.
Het was bloedheet. Er heerste een paniekerige drukte op de luchthaven. Het wemelde van militairen. Luchtdoelartillerie was in stelling gebracht. Het Nabije Oosten stond in vuur en vlam. Kolonel Nasser had die dagen het Suez-kanaal immers genationaliseerd. Westerse represailles waren in voorbereiding. Londen en Parijs zouden geen verstoring van de status-quo dulden. Men vergaderde in Londen om het oorlogsgevaar af te wenden.