Bijlage 54
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 1995-1996 Aanhangsel van de Handelingen
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden
1565
Vragen van de leden Rehwinkel en Van Oven (beiden PvdA) over het bestaan van een dossier over de journalist Willem Oltmans bij de BVD. (Ingezonden 12 juli 1996)
1
Hebt u kennis genomen van de verklaring die de Procureur-Generaal bij het gerechtshof te 's-Gravenhage op 30 mei jl. ter zitting van de arrondissementsrechtbank in Den Haag in de zaak-Oltmans tegen de Staat der Nederlanden heeft afgelegd?
2
Indien de vraag over het bestaan van een dossier-Oltmans niet zou zijn gesteld, hoe is dat te rijmen met de antwoorden op de vragen 1, 2 en 3 gesteld dd. 23 april jl.?
3
Indien die vraag wel zou zijn gesteld, wat is daarop dan precies geantwoord?
Antwoord
Antwoord van minister Dijkstal (Binnenlandse Zaken). (Ontvangen 15 augustus 1996)
1
Ja. Het proces-verbaal van het getuigenverhoor van de heer Docters van Leeuwen is te uwer informatie hierbij gevoegd.Ga naar voetnoot1
2 en 3
Of de heer Stoffelen al of niet heeft gevraagd naar het bestaan van een BVD-dossier over de heer Oltmans moet worden afgeleid uit de verklaringen van beiden, afgelegd bij hun respectievelijke getuigenverhoren. Blijkens het proces-verbaal van het getuigenverhoor van de heer Docters van Leeuwen heeft deze in dat verhoor niet beweerd dat de bedoelde vraag niet door de heer Stoffelen is gesteld. Hij verklaart daarover: ‘Zo is de vraag niet gesteld’ en later: ‘Om nog even terug te komen op het contact met de heer Stoffelen: ik herinner mij niet dat deze mij heeft gevraagd of er een of meer dossiers over de heer Oltmans bestond(en) en kan mij dus ook geen antwoord op die vraag herinneren.’ Ik kan niet zien hoe deze verklaring van de heer Docters van Leeuwen in tegenspraak zou zijn met mijn antwoorden op de op 23 april gestelde vragenGa naar voetnoot2. Vast staat dat de heren Stoffelen en Docters van Leeuwen op 19 mei 1992 met elkaar hebben gesproken over de bij de BVD berustende gegevens over de heer Oltmans. In mijn terminologie heet een dergelijke verzameling van gegevens een dossier. Overigens wijs ik er nogmaals op dat ten tijde van dat gesprek het bestaan van een dossier als hiervoren bedoeld bij partijen een bekend feit was, gelet op de beschikking van mijn ambtsvoorganger van 26 november 1991 met betrekking tot de openbaarmaking van de heer Oltmans van een aantal stukken uit dit dossier. Met betrekking tot de inhoud van het gesprek tussen de heren Stoffelen en Docters van Leeuwen moet ik, net als, u afgaan op hetgeen de deelnemers aan dat gesprek daarover naar buiten hebben gebracht.
|
-
voetnoot1
- In het bljzonder van zijn mededeling dat hem in het bewuste gesprek op 1 september 1992 door de heer Stoffelen niet is gevraagd of er een dossier-Oltmans bestond, althans dat hij zich die vraag niet kon herinneren en dat hij zich dus ook geen antwoord op die vraag kon herinneren. Ter inzage gelegd bij de afdeling Parlementaire Documentatie.
-
voetnoot2
- Aanhangsel Handelingen nr. 1131, Vergaderjaar 1995-1996. Zie Aanhangsel Handelingen, nr. 1131, vergaderjaar 1995-1996.
|