| |
| |
| |
Bijlage 36
Willem Oltmans contra de Staat der Nederlanden
PIET HAGEN
De dossiers van de overheid inzake Willem Oltmans bevatten vermoedelijk minstens duizend stukken: geheime codetelegrammen, brieven en andere documenten. Ze vormen de neerslag van het geschil tussen de 70-jarige journalist en de Staat der Nederlanden, dat zich nu al veertig jaar voortsleept. Slechts van enige honderden stukken heeft Oltmans kopieën weten te krijgen door middel van een beroep op de Wet Openbaarheid van Bestuur. De meerderheid van de documenten kreeg hij niet te zien.
De juridische acties van Oltmans zijn niet alleen gericht op het verkrijgen van inzage in alle dossiers, maar uiteindelijk op immateriële en materiële schadevergoeding. Die schade is een gevolg van het feit dat Oltmans vanaf het begin van zijn loopbaan is gedwarsboomd door de minister van Buitenlandse Zaken, het ambtenarenapparaat en het corps diplomatique.
Voor Oltmans gaat het conflict met de Staat in de eerste plaats om de vrijheid van meningsuiting. Op alle mogelijke manieren heeft de regering geprobeerd hem de mond te snoeren, bij voorbeeld door BVD-ambtenaren naar hoofdredacties te sturen. En dat allemaal omdat hij inzake de kwestie Nieuw-Guinea een standpunt vertolkte dat de regering onwelgevallig was.
In tweede instantie ging het ook om de vrijheid van handelen van de journalist die, eenmaal in ongenade bij het ministerie van Buitenlandse Zaken, gedurende zijn hele loopbaan werd belemmerd in de uitoefening van zijn beroep. Gebruikelijke faciliteiten werden Oltmans geweigerd. Sterker nog: ook derden werden tegen hem gewaarschuwd.
Oltmans is ook verwikkeld geweest in tal van kwesties met collega's en opdrachtgevers bij de Nederlandse media. Enkele malen kwam hij ook in aanvaring met de NVJ. Al die kwesties bezorgden hem de reputatie van lastpak en ijdeltuit. Maar volgens Oltmans en zijn advocaten waren die conflicten een rechtstreeks gevolg van de benarde positie, waarin de Staat hem had gebracht.
Een ander facet bij de beoordeling van de zaak Oltmans is dat hij goede, soms ook vriendschappelijke relaties onderhield met buitenlandse machthebbers, zoals de Indonesische president Soekarno, de Surinaamse legerleider Bouterse, premier Loemoemba van Kongo en president De Klerk van Zuid-Afrika. Volgens sommigen ging Oltmans daarin te ver.
Oltmans is een fel criticus van de Indonesische president Soeharto. Zoals eens zijn vriendschap met Soekarno een probleem was voor de Nederlandse regering, zo vormt nu zijn kritiek op Soeharto een obstakel voor Den Haag. Dat bleek bijvoorbeeld toen hem werd verhinderd het staatsbezoek van koningin Beatrix aan Jakarta in 1995 te verslaan.
De laatste jaren is de juridische strijd van Oltmans tegen de staat geïntensiveerd. Hij wordt daarin - net als in het verleden - gesteund door de Nederlandse Vereniging van Journalisten. Aanvankelijk werd Oltmans bijgestaan door de advocaat H.W.E. Vermeer. Kort geleden heeft de NVJ de bijstand uitgebreid met de advocaten P. Nicolaï en E. Pasman.
Sinds 1990 wordt de strijd op verschillende fronten gevoerd. Er is een civiele zaak voor de arrondissementsrechtbank in Den Haag. Daarbij gaat het er om vast te stellen dat de Staat jegens Oltmans onrechtmatig heeft gehandeld. De schade die daardoor is geleden moet op basis van documenten en verklaringen van getuigen worden vastgesteld. Als dat is gebeurd, zal een eis tot schadevergoeding volgen. Ooit is een bedrag genoemd van 2.8 miljoen gulden, maar dat kan veel hoger uitvallen als alle bewijsstukken op tafel liggen.
Nu de Staat weigert bepaalde stukken af te geven, is Oltmans gedwongen in de civiele procedure getuigen te doen horen en bestuursrechtelijke procedures te starten tegen de ministers van Binnen- en Buitenlandse Zaken. Daarbij gaat het onder andere om stukken van de Binnenlandse Veiligheidsdienst, de BVD, die eerder
| |
| |
door de minister van Binnenlandse Zaken zijn geweigerd ondanks een uitspraak van de Raad van State.
In al deze zaken gaat het uiteindelijk om de vrijheid van de journalist die afwijkende meningen verkondigt. Hoe was het mogelijk, dat overheidsorganen in Den Haag en Nederlandse ambassades in het buitenland Oltmans veertig jaar lang boycotten? Bij minister Luns was het motief duidelijk: die zag zijn Nieuw-Guineapolitiek mislukken door het werk van Oltmans en anderen. Maar wat bewoog zijn opvolgers die lijn voort te zetten en Oltmans blijvend te dwarsbomen? Is dat de levenslange straf voor iemand die destijds inzake Nieuw-Guinea een mening verkondigde, die nu gemeengoed is? Of zijn er andere motieven?
De juridische procedures van Oltmans tegen de Staat bereiken op 30 mei een nieuw hoogtepunt. Nadat eerder onder anderen prins Claus, oud-premier Lubbers, zijn vrouw Ria Lubbers, oud-minister Kooijmans en voormalig RVD-directeur Hans van der Voet hebben getuigd zijn nu prinses Margriet, oud-minister Max van der Stoel en procureur-generaal A. Docters van Leeuwen aan de beurt. De laatste liet twee keer eerder verstek gaan. Als hij op 30 mei weer niet verschijnt, zal een bevel tot ‘medebrenging’ volgen. Dat betekent dat Docters van Leeuwen op de avond voorafgaand aan een nieuwe zitting wordt vastgezet om er zeker van te zijn dat hij op de zitting verschijnt.
Naast de genoemde getuigen zijn nog tal van andere personen gehoord, allemaal om onderdelen van de door Oltmans veelvuldig geboekstaafde klacht te bevestigen. Zo zitten bij de processtukken verklaringen van Carel Enkelaar (voormalig hoofd NOS-tv), Jan van Beek (voormalig hoofdredacteur/directeur van de GPD), NOS-regisseur-producer Almar Tjepkema (in 1974 met Oltmans in Moskou), Pieter Broertjes (hoofdredacteur van de Volkskrant) en Henk Hofland (NRC Handelsblad).Op de lijst van nog te horen getuigen staan onder anderen de namen van de oud-ministers Van der Klaauw en Van den Broek.
In het volgende artikel geven wij een samenvatting van veertig jaar strijd met als inzet: de vrijheid van de individuele journalist.
Het dossier Oltmans
1956
- | De Journalist Willem Oltmans heeft een eerste ontmoeting met de Indonesische president Soekarno tijdens diens verblijf in Rome. Oltmans raakt geïnteresseerd in de Indonesische kwestie en in de persoon van Soekarno. Later zal hij bevriend raken met Soekarno. |
- | De Telegraaf verbiedt Oltmans voor deze krant Soekarno te interviewen. |
- | Willem Oltmans schrijft een reportage over de Indonesische president Soekarno in Elseviers Weekblad. |
1957
- | Willem Oltmans pleit vanuit Jakarta voor een vreedzame oplossing van de kwestie Nieuw-Guinea. De Nederlandse politiek, die wil vasthouden aan het zelfbeschikkingsrecht der Papoea's, is volgens hem tot mislukken gedoemd. |
- | Oltmans werkt samen met de groep-Rijkens, een gezelschap zakenlieden en industriëlen rondom oud-Unileverdirecteur Paul Rijkens, die pleit voor onderhandelingen over Nieuw-Guinea. |
- | Sindsdien beschouwt minister van Buitenlandse Zaken Joseph Luns hem als persona non grata. De Telegraaf beschuldigt hem van ‘landverraad’. |
- | In februari onderneemt Oltmans voor de Indonesische (Nederlandstalige) Nieuwsgier een reis naar New York om het debat over Nieuw-Guinea in de Verenigde Naties bij te wonen. |
- | Nederlandse diplomaten in Jakarta (H. Hagenaar) en Washington (ambassadeur J.H. van Roijen) waarschuwen minister Luns van Buitenlandse Zaken voor Oltmans als ‘overloper naar Soekarno’ en als een onbetrouwbare ‘renegade’ journalist. Curieus detail: 38 jaar later raakt Oltmans in Jakarta in conflict met Van Roijens zoon, die dan ambassadeur in Indonesië is. |
- | Op verzoek van minister Luns vraagt Van Roijen (tevergeefs) aan CIA en State Department de komst van Oltmans naar de VS te verijdelen. |
- | H.J.A. Hofland, op dat moment buitenlandredacteur van het Algemeen Handelsblad, informeert Oltmans dat de BVD achter hem aanzit en druk uitoefent op verschillende hoofdredacties. Ambassadeur Boon schrijft vanuit Rome voor de tweede keer een brief aan De Telegraaf om tegen Oltmans te waarschuwen. Hij wordt prompt als medewerker ontslagen. |
- | Op een en dezelfde dag delen Algemeen Handelsblad, NRC en Het Vaderland Oltmans in Jakarta telegrafisch mee dat ze niet meer van zijn diensten als freelancer gebruik zullen maken. Het vermoeden bestaat dat de BVD hierachter zit. |
1958
- | Medio 1957 emigreert Oltmans naar de Verenigde Staten. ‘Een vlucht’, zegt hij zelf. Tot begin 1992 blijft Oltmans in de VS gevestigd. |
- | Oltmans werkt in de VS aanvankelijk voor Vrij Nederland. Later zal blijken dat VN-hoofdredacteur P.M. Smedts vertrouwelijke informatie van Oltmans in het geheim doorgeeft aan minister Luns. |
- | Op verzoek van minister Luns onderneemt de Nederlandse ambassadeur Van Roijen pogingen een contract van Oltmans met een lezingenbureau in de VS te laten verbreken. Nederlandse diplomaten brengen Oltmans in diskrediet bij Amerikaanse media. Nederlandse journalisten worden door hen ingeschakeld om Oltmans verdacht te maken bij potentiële opdrachtgevers |
- | Oltmans wordt door Buitenlandse Zaken niet toegelaten om de reis van prinses Beatrix naar Curaçao te verslaan. |
1959
- | Brief van premier De Quay aan minister Luns, waarin de minister-president oppert dat Luns voortaan Oltmans met rust zal laten. Luns gaat desondanks voort met zijn boycot tegen Oltmans. |
- | Minister Luns draagt de ambassade in de VS op Oltmans alle faciliteiten te weigeren. |
1961
- | Oltmans spreekt in Washington met Walt Rostov, veiligheidsadviseur van president Kennedy. Hij raadt de Amerikaanse regering aan niet alleen naar minister Luns, maar ook naar prins Bernhard en de groep-Rijkens te luisteren. Kennedy ontvangt Bernhard en deelt vervolgens aan Luns mee dat Amerika diens politiek in de Nieuw-Guineakwestie niet zal steunen. Amerika streeft naar een vreedzame oplossing via bemiddeling door Washington. |
1962
- | Oltmans gaat werken voor een aantal regionale kranten. |
- | Op 15 augustus wordt in de Veiligheidsraad een principe-akkoord getekend voor een vreedzame overdracht van Nieuw-Guinea aan Indonesië. |
- | Op 26 november waarschuwt de minister van Buitenlandse Zaken in een rondschrijven aan de diplomatieke posten tegen de journalist Willem Oltmans ‘wegens de grote onbetrouwbaarheid van betrokkene’. Hij wil |
VEERTIG JAAR STRIJD OM JOURNALISTIEKE VRIJHEID
| |
| |
| niet ‘dat enige Nederlandse buitenlandse missie officieel contact met hem onderhoudt’. Bij informatie aan derden (lees: buitenlandse regeringen) ‘kunt u meedelen dat de Nederlandse overheid met Oltmans geen enkele relatie wenst te onderhouden’, aldus Luns in een geheime instructie. |
1963
- | Wisseling van telegrammen tussen minister Luns en ambassadeur Van Roijen om Oltmans weg te houden bij de eerste-steenlegging door Beatrix voor een nieuwe ambassade in Washington. |
1964
- | Oltmans wendt zich om bijstand tot de Nederlandse Federatie van Journalisten (de voorganger van de NVJ) en spant een kort geding aan tegen de Staat. De zaak wordt in der minne geregeld. De landsadvocaat zegt op 28 januari toe dat Oltmans in de toekomst op de normale faciliteiten kan rekenen. Op 13 februari wordt hiervan mededeling gedaan aan de diplomatieke posten. |
- | Acht dagen later, op 21 februari, volgt een brief waarin de minister ‘ter vermijding van misverstanden’ meldt dat zijn ‘mening over de kwaliteiten van de heer Oltmans’ ongewijzigd is. ‘L’ dient derhalve bij contacten met de heer Oltmans de uiterste voorzichtigheid in acht (te) blijven nemen en u zeker (te) onthouden van ‘off-the-record’ mededelingen'. Wanneer derden inlichtingen vragen, moeten diplomaten zich beperken tot de mededeling dat Oltmans volgens de Federatie van Nederlandse Journalisten ‘journalist van hoofdberoep’ is (Pas in 1991 zal Oltmans inzage in deze brief krijgen.) |
1965
- | Twee verzoeken van Oltmans om een gesprek met Luns blijven zonder resultaat. |
1966
- | De brief van 13 februari 1964 ten spijt wordt Oltmans door Luns geweerd van bijeenkomsten met journalisten in New York. Protest van de NVJ. |
1970
- | Oltmans maakt een film voor de NOS-televisie waarin medewerkers van president Kennedy ingaan op de beschuldiging van Luns, dat Kennedy Nieuw-Guinea verraden heeft. Luns poogt de uitzending te verijdelen. |
- | Protest van de NVJ tegen visum-weigering door Indonesië na een negatief advies van het ministerie van Buitenlandse Zaken. |
1971
- | De Raad voor de Journalistiek doet uitspraak in de zaak Oltmans versus Algra, hoofdredacteur van het Friesch Dagblad. Deze had, op informatie van minister Luns, beweerd dat Oltmans werd betaald door de groep Bernhard-Rijkens. De groep zelf onkent dit openlijk. De Raad voor de Journalistiek acht de bewering van Algra onvoldoende gegrond. |
- | Bij de presentatie van Oltmans' film over de Club van Rome maken Nederlandse diplomaten in Moskou Oltmans verdacht bij de Russische autoriteiten. |
- | Oltmans ondertekent de brief waarin een twintigtal academici, schrijvers en journalisten koningin Juliana oproepen het Indonesië van Soeharto niet te bezoeken vanwege de schending der mensenrechten. |
1972
- | Met steun van de NVJ dient Oltmans een klacht in bij de Procureur-Generaal van de Hoge Raad, waarin hij Luns ervan beschuldigt kabinet en parlement ‘en dus het hele Nederlandse volk’ misleid te hebben in de zaak Nieuw-Guinea. Luns had zich om zijn politiek te rechtvaardigen beroepen op een niet bestaande toezegging van John Foster Dulles, destijds minister van Buitenlandse Zaken van de VS, waarin deze Nederland steun toezegde in geval van een militair conflict. De Procureur-Generaal zendt het verzoek door aan de Tweede Kamercommissie voor Buitenlandse Zaken. Het door de commissie gewenste onderzoek wordt niet uitgevoerd. |
- | Conflict met H.J.A. Hofland die een fotograaf van De Telegraaf ‘achteloos’ meeneemt naar een feestje ten huize van Oltmans in Amsterdam-Noord. De volgende dag drukt De Telegraaf op de voorpagina een foto af waarop twee van de drie aanwezige diplomaten zijn te zien. De kop luidt: ‘Mengen Russische diplomaten zich in acties tegen Luns? Drie attaché's bij Oltmans.’ De BVD speelt hierbij een rol. De opzet is Oltmans als communistenvriend voor te stellen. De Amsterdamse rechtbank veroordeelt Telegraaf-fotograaf Zonneveld wegens schending van de privacy van Oltmans. |
1973
- | De NVJ protesteert tegen het feit dat een Nederlandse diplomaat in Washington Oltmans ‘onbetrouwbaar’ heeft genoemd, waardoor Oltmans zijn contacten in het Amerikaanse congres kwijtraakt. |
1974
- | Minister Van der Stoel van Buitenlandse Zaken laat Oltmans, die met een NOS-team het ministeriële bezoek aan Moskou volgt, de toegang tot de Nederlandse ambassade ontzeggen. Het gevolg is dat Oltmans zijn contacten met Russische wetenschappers misloopt. De NOS neemt hem voortaan niet meer mee op reis. |
1976
- | In verband met de voorbereiding van een boek stelt Oltmans minister-president Den Uyl schriftelijke vragen over de Helsinki-akkoorden. Den Uyl stuurt zijn concept-antwoorden naar Buitenlandse Zaken ter advisering. Minister Van der Stoel doet ‘een klemmend beroep niet met de heer Oltmans in zee te gaan’. Op het stuk met Den Uyls antwoorden staat gekrabbeld: ‘MP heeft besloten vragen niet te beantwoorden.’ |
- | Oltmans wordt in een artikel in Time (en in navolging daarvan door De Telegraaf) voorgesteld als handlanger van de Russische geheime dienst, de KGB. De Nederlandse BVD ontkent betrokkenheid. Oltmans procedeert in Amerika acht jaar lang op eigen kosten tegen Time, maar moet tenslotte de juridische strijd wegens geldgebrek staken. |
1979
- | Minister Van der Klaauw van Buitenlandse Zaken stuurt de NVJ met een kluitje in het riet als deze opheldering vraagt over een waarschuwing die de ambassaderaad in Venezuela had gegeven aan een Venezuelaanse minister. Oltmans had deze minister een interview gevraagd. Later zullen de stukken aantonen dat de ambassade Oltmans weldegelijk heeft afgeschilderd als een ‘gevaarlijk persoon’. |
1981
- | Oltmans ondervindt moeilijkheden om toegelaten te worden tot prins Claus en zijn gevolg die een bezoek brengen aan India. Directeur-hoofdredacteur Jan van Beek van de GPD, waarvoor Oltmans een serie artikelen zou schrijven, protesteert achteraf bij Buitenlandse Zaken en bij de Rijksvoorlichtingsdienst. |
1986
- | Vanaf dit jaar vertoeft Oltmans regelmatig in Zuid-Afrika om het effect van de sancties tegen het apartheidsregime te bestuderen. De Nederlandse ambassadeur in Zuid-Afrika kwalificeert hem als ‘een gevaarlijke communist’. De latere uitwijzing van Oltmans uit dat land (in 1992) zou daardoor bevorderd zijn. |
1987
- | Minister Van den Broek van Buitenlandse Zaken wijst de NVJ erop dat Oltmans een fake-brief heeft geschreven op persoonlijk briefpapier van mevrouw Van der Stelt, consul te Cayenne, Frans Guyana. Hoewel de NVJ deze actie van Oltmans afkeurt wijst zij elke suggestie als zou Oltmans geen lid van de NVJ meer kunnen zijn van de hand. |
1990
- | Oltmans doet een beroep op de Wet Openbaarbeid van Bestuur om inzage te krijgen in zijn dossier. |
1991
- | Oltmans spant voor de Arrondissementsrechtbank in Den Haag een geding aan tegen de Staat der Nederlanden. Hij wil het complete dossier boven tafel krijgen om zo zijn schadeclaim te kunnen onderbouwen. |
- | Oltmans krijgt inzage in een deel van zijn dossier. Hij neemt voor het eerst kennis van de cruciale brief van 21 februari 1964 (zie boven). |
1992
- | Oltmans publiceert het boek ‘Vogelvrij’. Daarin staat onder andere een brief aan koningin Beatrix, waarin Oltmans stelt dat hij zes miljoen schade heeft geleden door derving van inkomsten. |
1993
- | Tussenvonnis van de Haagse Arrondissementsrechtbank: de partijen moeten de documenten leveren, waaruit zou blijken dat het ministerie ook na 1964 is doorgegaan met het dwarsbomen van Oltmans bij de uit- |
| |
| |
| oefening van zijn beroep als journalist. Dit om zijn immateriële en materiële schade te kunnen vaststellen. |
- | De NVJ zendt een memorandum aan de Tweede Kanter waarin zij op basis van de dan beschikbare documenten concludeert, dat de Staat Oltmans beeft belemmerd in zijn werk als journalist en daarmee de persvrijheid heeft geschonden. In het verleden is niet alleen Oltmans, maar ook de NVJ (en haar rechtsvoorganger) door de Staat misleid, aldus NVJ-secretaris Hans Verploeg in een mondelinge toelichting voor de Kamercommissie. |
1994
- | Na 28 jaar keert Oltmans terug in Indonesië. Tijdens een ontvangst op de Nederlandse ambassade ter ere van het bezoek van premier en mevrouw Lubbers doet zich een incident voor: Oltmans wordt bijna uit de ambassade verwijderd, omdat hij geen uitnodiging op zak zou hebben. Oltmans had kort voor de bijeenkomst wel een uitnodiging ontvangen (overigens pas na zijn protest tegen een eerdere weigering), maar verzweeg dat in eerste instantie bij binnenkomst. |
- | In zijn laatste dagen als premier ontvangt Lubbers de schrijver van ‘Persona non grata’. Hij noemt de affaire, ‘onverkwikkelijk’. Lubbers biedt Oltmans een ton aan waarvan hij een vleugel zou kunnen kopen. Oltmans weigert omdat hij een dergelijk gebaar niet als genoegdoening beschouwt. |
1995
- | Vonnis d.d. 3 mei van de Arrondissementsrechtbank in Den Haag. De rechtbank acht het ‘incident Jakarta 1994’ geen goed voorbeeld van discriminatie tegen de journalist Oltmans, omdat hij tegenover de Nederiandse ambassadeur had verzwegen dat hij een uitnodiging uit Indonesië had ontvangen. |
- | Na een verblijf van enkele maanden in Indonesië schrijft Oltmans een brief aan koningin Beatrix, waarin hij haar vraagt de ‘glimlachende generaal’ Soeharto ‘de Pol Pot van Indonesië’, niet met een staatsbezoek te vereren. De reis gaat wel door. |
- | De Indonesische regering weigert Oltmans een visum voor bijwoning van het bezoek van koningin Beatrix in Indonesië. Hij zou daar verslag doen voor Story en HP/De Tijd. Oltmans heeft aanwijzingen uit Indonesië ontvangen, dat het ministerie van Buitenlandse Zaken opnieuw negatief heeft geadviseerd. |
- | Op 25 augustus bepaalt de Raad van State dat het ministerie van Binnenlandse Zaken Oltmans alsnog inzage moet geven in BVD-dossiers. |
1996
- | Op 16 april vragen de advocaten van Oltmans en de NVJ het dossier Oltmans ‘volledig en zonder geheimhouding van namen van Oltmans-vijandige functionarissen ter inzage te geven’. |
- | Voor 30 mei zijn o.a prinses Margriet en procureur-generaal Docters van Leeuwen, de vroegere chef van de BVD, als getuigen opgeroepen. |
Een leven in zestig dagboeken
Willem L. Oltmans wordt op 10 juni 1925 geboren in Huizen. Hij studeert op Nijenrode en in Amerika (Yale). In 1953 haalt zijn studievriend Henk Hofland hem binnen bij het Algemeen Handelsblad, waar Anton Constandse dan chef-buitenland is. Hij werkt enige tijd voor het persbureau UPI en vestigt zich in 1955 als correspondent in Rome, o.a. voor De Telegraaf. Na een conflict met deze krant werkt Oltmans in de loop van zijn leven voor veel verschillende media. Aanvankelijk voor NRC, Het Vaderland, Algemeen Handelsblad en Vrij Nederland. Later voor diverse regionale kranten en weekbladen (o.a. De Groene Amsterdammer, De Nieuwe Linie, Haagse Post, HP/De Tijd en Nieuwe Revu) voor radio en televisie, en voor buitenlandse media.
Van 1958 tot begin 1992 is Oltmans gevestigd in New York, maar hij reist in die periode veel. Tussendoor verblijft hij ook enig tijd in Suriname en in Zuid-Afrika. Tegenwoordig woont Oltmans in Amsterdam. Hoewel hij eens redelijk bemiddeld was, leeft hij nu naar eigen zeggen van de bijstand. Hij werkt gestaag voort aan een, schat hij, 60-delige serie dagboeken. Daarvan heeft hij inmiddels 31 delen voltooid (periode 1925 tot 1981).
Daarnaast publiceert Oltmans over actuele kwesties, bij voorbeeld naar aanleiding van het staatsbezoek van koningin Beatrix aan Indonesië in 1995, en dit jaar in Story over de erbarmelijke toestand van de buitenechtelijke dochter van prins Bernhard in Parijs.
Oltmans heeft zo'n vijftig boeken en brochures op zijn naam staan, niet alleen over de Indonesische kwestie en over zijn eigen zaak, maar ook over bijvoorbeeld de problemen van economische groei en het milieu. Voor zijn boeken over de Club van Rome interviewde hij vooraanstaande politici en wetenschappers in tientallen landen. Verschillende publikaties zijn in het Engels verschenen.
Bronnen:
- | Boeken van Willem Oltmans Den vaderland getrouwe (1973) Vogelvrij (1992) Persona non grata (1994). Mijn vriend Sukarno (1995) |
- | Processtukken |
|
|