Bijlage 37
Edelachtbare heren.
Op dinsdag 21 mei jl. hebt u mij telefonisch doen weten dat gegeven de standpunten van de raadslieden van partij Oltmans en het inmiddels per dagvaarding opgeroepen zijn van H.K.H. Prinses Margriet als getuige te verschijnen, Mr Van Delden geen ruimte voor een informeel bemiddelingsgesprek ziet en Mr Punt het standpunt heeft ingenomen dat de discussie over bezwaren van de Staat Prinses Margriet als getuige te horen, gehouden moeten worden op de zitting van 30 mei a.s. zelve.
Tegen deze achtergrond gaat de Staat er vanuit - die ten deze los van zijn positie als procespartij een zelfstandige verantwoordelijkheld draagt - dat de komst van Prinses Margriet op de zitting van 30 mei a.s. niet aan de orde is dan nadat uitdrukkelijk daaraan voorafgaand de Rechter-Commissaris, gehoord de partijen, een schriftelijke beslissing heeft genomen.
Vanzelfsprekend zond ik een copie van deze brief aan de raadslieden van partj Oltmans.
Met de meeste hoogachting, uw dienstwillige,
D. den Hertog
|
|