Bijlage 1
de Volkskrant
6 zaterdag 8 oktober 1994
Oltmans kreeg op de valreep ‘een cadeautje van Lubbers’
Van onze verslaggever
Jos Slats
amsterdam
‘Doe in hemelsnaam niets’, smeekte Willem Oltmans premier Lubbers. De scheidende minister-president had de publicist op 11 augustus ontboden in zijn torentje om te praten over een financiële geste van de staat als genoegdoening voor wat Oltmans zelf omschrijft als ‘veertig jaar getreiter en broodroof’ door Buitenlandse Zaken. Lubbers had hem zojuist een volledige AOW-uitkering aangeboden.
Hoeveel dat dan was in de maand, wilde Oltmans weten. Daar moest de premier even een deskundige ambtenaar voor raadplegen, en greep naar een telefoon.
Ongeveer twaalfhonderd gulden, glunderde de staatsman. Kortom, niet gek voor iemand die eigenlijk maar recht heeft op 56 gulden ouderdomspensioen. Oltmans kon formeel geen aanspraak maken op volledige AOW. omdat hij in 1958 was geëmigreerd naar de Verenigde Staten.
‘Maar dan ga ik er 165 gulden op achteruit’, riep Oltmans verbouwereerd. ‘Ik heb een uitkering van de sociale dienst van 1365 gulden. Doe in hemelsnaam niets.’
Dat had de minister-president zich niet gerealiseerd. Maar wat dacht Oltmans dan van een volledige AOW-uitkering plus een bedrag ineens van een ton. Dan zou hij, spiegelde de premier hem voor, eindelijk een nieuwe vleugel kunnen kopen. In Zuid-Afrika had Oltmans zijn geliefde witte grand piano door geldnood gedwongen van de hand moeten doen.
Maar ook op dit ‘schamele’ aanbod van de premier wenste de publicist niet in te gaan. Een nul extra, daar was over te praten, maar hij was niet naar het torentje gekomen om over een fooi te negotiaten. Lees mijn nieuwe boek maar, had hij gezegd, dan weet u waar ik recht op heb.
Oltmans (69) is al geruime tijd verwikkeld in een moeizaam juridisch gevecht met de Staat der Nederlanden. Oltmans eist een flinke schadevergoeding van Buitenlandse Zaken, dat hem al sinds de jaren vijftig behoorlijk dwarszit. Veertig jaar geleden haalde Oltmans zich de woede op de hals van Joseph Luns, toen minister, door te pleiten voor de overdracht van Nieuw-Guinea aan Indonesië.
Vanaf dat moment - zo blijkt uit stapels geheime stukken waarop Oltmans later de hand wist te leggen - mobiliseerde Luns zijn diplomatieke apparaat om de ‘renegade’ journalist in binnen- en buitenland het werken onmogelijk te maken. De minister ontketende een ware hetze tegen hem, waarbij zelfs de CIA werd ingeschakeld. Zelfs toen Oltmans aanwezig wilde zijn bij zoiets onbenulligs als een steenlegging door (toen nog) prinses Beatrix in New York, gaf Luns zijn ambassadeur in de VS opdracht de verslaggever te weren.
De rechter heeft intussen bepaald dat Oltmans, wil hij een schadevergoeding claimen, moet aantonen dat het gelazer met Buitenlandse Zaken na het vertrek van minister Luns niet is opgehouden.
Allerminst, zegt Oltmans. Hij roept het ‘Jakarta-incident’ in herinnering. In april dit jaar reisde hij in het kielzog van Lubbers en minister Kooijmans naar Indonesië. Na afloop van het officiële bezoek gaf de Nederlandse ambassadeur in Jakarta een afscheidsdiner, waarvoor ook de pers was geïnviteerd. Behalve Oltmans.
Maar Oltmans had zich natuurlijk niet laten ontmoedigen en was toch in uitgaanskostuum verschenen. Toen de ambassadeur hem in het oog kreeg, beende hij af op de ongenode gast om hem naar zijn uitnodiging te vragen. ‘Kunt u die idioot nu eindelijk stoppen?’, schreeuwde Oltmans naar Kooijmans. Ria Lubbers, meegereisd met haar man, greep snel in en en wist de onverkwikkelijkheden te sussen. Dank zij de interventie van de first lady kon Oltmans alsnog gaan rijsttafelen.
Lubbers heeft het advies van Oltmans ter harte genomen en heeft kans gezien in de nadagen van zijn premierschap de nog ruwe versie te lezen van zijn nieuwe boek.
‘Het lezen van Persona Non Grata heeft mijn inzicht in de onverkwikkelijkheden nog meer verscherpt’, schreef hij Oltmans op de dag dat hij de deur van het torentje achter zich dichttrok. ‘Ik heb u van uw beste zijde leren kennen, maar dat was kennelijk niet ieder vergund. Hoe dan ook, op de laatste dag van mijn premierschap wil ik mijn beste wensen overbrengen, en ik ben er van overtuigd dat ik die van mijn vrouw erbij mag voegen. Uw. Drs R.F.M. Lubbers.’
Oltmans beschouwt de brief als een regelrecht geschenk uit de hemel. ‘Een cadeautje van Lubbers’, jubelt hij, precies wat hij nodig heeft om bij de rechter zijn gelijk aan te tonen: een getuige à decharge van formaat. De advocaat van Oltmans. mr H. Vermeer, heeft de rechter-commissaris te Den Haag laten weten dat hij de oud-premier onder ede als getuige wil horen.
Persona Non Grata verschijnt eind deze maand bij uitgeverij De Papieren Tijger in Breda.
|
|