landsch Character in etlijke voorname trekken te tekenen.
Derde orde. Characters van kleenere maatschappeien. Hiertoe breng ik - Eerst plaatslijke Characters, zoo in het algemeen, als bijzonder, die van het Hof, van de Steden, en van het platte Land. - Ten Tweede Familie-Characters, waarvan de hoofd-trekken aan zekere geslachten bijzonder eigen zijn.
Vierde orde. Characters, gevormd door onderscheidene standen en bezigheden van dit leven. Onder dit opschrift behooren de Characters door beroep en verkeering. Die door rijkdom en armoede. Die door Godsdienst. Die door lectuur. Romanesque Characters.
Vijfde orde. Behelzende de Geslachtscharacters. Hier zal ik eenige trekken geven van het manlijk, en van het vrouwelijk Character, als zodanig.
Zesde orde. Characters, uit het verschil van den leeftijd geboren. Characters van kinderen, van jonge lieden, van mannen en vrouwen, van oude menschen.
Zevende orde. Personeele Characters, die overal, in een bijzonder persoon, vallen. Ik zal een en ander voorbeeld geven van een goed, van een kwaad, van een gemengd, van een ongestadig, van een gekunsteld Character, en mooglijk nog van eenige andere soorten.
Hier zoude nu mijn plan ten einde gebracht zijn; dan, om al het voorgaande meer vruchtbaar te doen worden, en als in één middenpunt t'zamen te trekken, zal ik trachten in een zeker voorgedragen Character onderscheidenlijk te toonen, hoe hetzelve uit alle de opgegevene grootere Characters stukswijs zij t'zaamgesteld, zoo dat het van elk derzelver iets ontleend hebbe, zonder dat daardoor het individueele, dat na aftrek van al het gemeenschaplij-