Gij waant wel dat de faam van uw geleerdheid dreunt.
- - - - - - beschouw uw wassche vleuglen
eens met een needrig oog, en doe gelijk de paaw
Wiens trotsche moet verflaauwt als 't oog valt op den klaau.
ZeeusGa naar voetnoot2).
Men moet maar willen om te kunnen, dit heeft in alle zaaken plaats, en vooräl in de dichtkunde: 't is loutre dwaasheid te zeggen, en staande te houden dat men een dichter moet gebooren worden. de vlijt en de oeffeninge en de ⌣....._ zijn alleen in staat om een dichter te maken. - is Lizander, nauwelijks achtien Jaaren oud, met een Jeugdig vuur bezield, alle zijn daden vertoonen de levendigheid van zijnen geest; is, zegge ik deze Lizander niet geschikt om een dichter te zijn? wie zal hier aan twijffelen? - Zijn vader moedigt hem aan. hij waagt het. - Heme! welk een stuk! 't is opeengestapeld met leenspreuken, gelijkenissen, en, en, en met hooge woorden....wat zal het vaderland nog eens roem dragen op dezen doorlugtigen Inboorling. nog één Jaar, en, de Jonge dichter streeft het grootste gedeelte zijner tijdgenooten voorbij.
hij heeft reeds eenige tijtels in gereedheid gebragt die in 't vervolg voor zijne temaakene dichtstukken zullen geplaatst worden, als mede een plan van de plaaten en vignetten. - maar ach! wat gunstige zanggodin zal nu haren gunsteling beschermen? - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - Een groot aantal van die Creatuuren die zich dichters noemen, meenen, dat de kennesse van de taal in welke men schrijft noodzakelijk is voor een dichter: wat kan die hairkloverij toch voor sieraad bijzetten aan een Dichtstuk? wanneer men slegts zijne gedagten aan anderen kan meêdeelen is het genoeg. Lizander is boven dit alles verheven; hij gebiedt de goden; als het hem behaagt houd Jupiter eene saamenspraak met Apollo, die straks van den olimpus nederdaalt om hem de pragt der Goden te verhaalen. de Zanggodinnen, in 't bijzonder Melpomene schijnen geheel tot zijn' dienst te weezen. somtijds borlen zijne gedagten even als een Hengste bron, hier uit kan men de geschiktheid zijner denkbeelden bevroeden.
Zoo ijmand de onbeschaamtheid heeft hem eene fout aan te wijzen, die kan verzekert zijn dat hij, in de ongenade van Lizander verval(l)en is. - - - - - - - - ‘De dichtkunst (dus spreekt...Philemon...die gewoon is anders over de dichtkunst te denken) ‘de dichtkunst is een gave van den Hemel die in onze eerste Jeugd reeds in onze ziel gelegt word; en bij het klimmen der Jaaren door vlijt en oeffening moet beschaafd en aangezet worden. het schrijven van vaarzen is geen blijk dat de schrijver een dichter is, veel min de overéénstemming der rijmklanken, een bijvoegsel van latere tijden: het getal der waare dichters is klein. - - - - - - - -