Leven en werken van Jacobus Bellamy (1757-1786) (2 delen)
(1917)–J. Aleida Nijland– Auteursrecht onbekendXI.Het geluk.
| |||||||||||||||
[pagina XX]
| |||||||||||||||
wat is geluk? Rijkdom? - Rang? roem? vermaken? & & Deugd is geluk. wat is deugd? aan de oogmerken onzer schepping beantwoorden - de stem van ons geweten gehoorzamen. hier toe werkt mede: kennis van God - onze pligten - van den godsdienst in al zijn uitgestrektheid. dit al werkt vergenoegen in onzen geest en dit vergenoegen is geluk. NB. ondeugd vermindert dit genoegen, en dus ook ons geluk. C. Het bestendig geluk is hier niet. schilderij van een gelukkig mensch. zijn karakter. zijn betrekkingen. zijn leven. zijn dood. de voordeelige invloed van het bevorderen van ons geluk, op de maatschappij. onze verpligtinge om het waar geluk te bejaagen. - Indien wij her niet aanvangelijk gelukkig zijn, zullen wij het nimmer worden.
NB. de tegenspoeden moeten medewerken tot het geluk. zij zijn reisgezellen die den schijn van het wezen leeren onderscheiden.
P.M. kennis:
XII en XIII (hss. Z.G.) kunnen ± 1780 of 1781 bedoeld zijn geweest als Kopie voor de Alg. Vad. Lett.; XIV (hs. Z.G., fragment) als Kopie voor een 3de stukje van de Proeven (Nov. of Des. 1785)Ga naar voetnoot1). |
|