| |
Verspreide gedichten
1940-1953
In plaats van foto 345
Datering: 8 november 1941
Eerste publicatie: Criterium 3 (1942). afl. 1-[2] (januari/februari), p. 72.
In 1942 werd het gedicht als rijmprent uitgegeven, verzorgd door H.N. Werkman voor De blauwe schuit. Hier ontbreekt echter het bovenschrift - gezien de oorlogsomstandigheden begrijpelijk. Wij volgen daarom de tekst van de eerste publicatie. |
|
Bij het graf van den Nederlandschen onbekenden soldaat gevallen in de Meidagen 1940 347
Datering: vóór 15 april 1942
Gepubliceerd als rijmprent in 1942, verzorgd door H.N. Werkman voor De blauwe schuit.
Het gedicht is in en vlak na de oorlogsjaren in verschillende bloemlezingen opgenomen geweest. Naar alle waarschijnlijkheid gaat het hierbij om ongeautoriseerde drukken. |
|
Gebed om vrede 348
Datering: vóór 23 februari 1943
|
| |
| |
Gepubliceerd als rijmprent in 1943, verzorgd door H.N. Werkman voor De blauwe schuit.
Vertaling van: Charles d'Orléans: ‘Ballade xxv’. In: Dez.: Poésies complètes. Ed. Ch. d'Héricault. Paris, 1874. Dl. i. p. 144.
Ingrepen: r. 32: zo < zoo |
|
De grot 350
Datering: vóór 10 oktober 1943
Bron: manuscript Letterkundig Museum
In 1943 werd het gedicht als rijmprent uitgegeven, verzorgd door H.N. Werkman voor De blauwe schuit. Deze uitgave verscheen echter buiten Nijhoffs wil om. Nadien heeft Nijhoff het gedicht omgewerkt. Wij drukken het hier af naar de laatste handschriftversie. |
|
Het zwetende beeld 351
Datering: 12 december 1943
Gepubliceerd in: Kompas der Nederlandse letterkunde. Onder redactie van Clara Eggink, J.C. Bloem, C.J. Kelk, Ed. Hoornik en Ad. Morriën. Amsterdam, De Bezige Bij, 1947. p. 294. |
|
Kinderkruistocht 353
Datering: eind 1943/begin 1944
Bron: manuscript Letterkundig Museum
Het gedicht is in en vlak na de oorlogsjaren in verschillende bloemlezingen opgenomen geweest. Naar alle waarschijnlijkheid gaat het hierbij om ongeautoriseerde drukken.
Ingrepen: onder de titel staat: ‘(Moderne parafraseering van M. Nijhoffs gelijknamige gedicht.)’ Dit onderschrift hebben we weggelaten.
r. 16 En < en
r. 32 libera < liberet |
|
‘Wij zijn vrij’ 355
Datering: vóór 8 april 1945
Gepubliceerd in: Vrij Nederland, Haagse editie, 5 mei 1945. Tegelijkertijd verscheen het gedicht als rijmprent, met een tekening van K.L. Links, uitgegeven door Vrij Nederland.
Ingrepen: r. 11: heeft. < heeft |
| |
| |
Tot de gevallenen 356
Datering: vóór 17 mei 1945
Gepubliceerd in: Vrij Nederland 17 mei 1945.
Van het gedicht verscheen eind augustus 1945 een rijmprent, met een tekening van P. Klaasse, uitgegeven door Vrij Nederland (volgens een vermelding in Nieuwsblad voor den boekhandel van 23 augustus 1945). |
|
Wonderbare spijziging 357
Datering: tweede helft 1945
Het gedicht verscheen in 1945 als rijmprent, met houtsneden van K. Andrea, bij het Plaatselijk Interkerkelijk Bureau van 's-Gravenhage en omstreken. |
|
Diepenbrock 358
Datering: 12 mei 1946 / eind mei 1946
Gepubliceerd in: Mensch en melodie 1 (1946), afl. 5/6 (mei/juni) [nummer ter gelegenheid van de Diepenbrockherdenking]. p. 131. |
|
‘Mij bracht de macht der duisternis’ 359
Datering: tussen 7 februari en 27 december 1946
Het gedicht is een inscriptie voor de Andreas-klok van de Jacobikerk te Utrecht. De tekst is afkomstig uit de stukken van de gemeenteraadsvergaderingen van de stad Utrecht (gedrukte verzameling 1946. Nr. 174/44/41 O.W.; Utrecht, 27 December 1946.) |
|
Het eerste wonder 360
Datering: vóór 21 december 1946
Gepubliceerd in: Vrij Nederland 21 december 1946
Vertaling van ‘Le premier miracle’, een door Georgette Hagedoorn naar het Provençaals (‘Lou premier miracle’) gemaakte Franse bewerking.
Ingrepen: r. 17: armen < armen,
r. 28: U < u
r. 31: Uw < uw |
|
Een woord van dank 362
Datering: eind 1948 / begin 1949
Gepubliceerd in: Huldeboek pater Bonaventura Kruitwagen o.f.m. Martinus Nijhoff, 's-Gravenhage, 1949. p. 1.
Pater Franciscus Josephus Bonaventura Kruitwagen (1874-1954) was onder meer bibliothecaris van het minderbroedersklooster te Woerden. Hij gaf als
|
| |
| |
mediëvist, bibliograaf, paleograaf en incunabelkenner veel aandacht aan boekwetenschap. |
|
De hippopotamus 363
Datering: 1949/vóór juli 1950
Gepubliceerd in: De gids 113 (1950), dl. 11, afl. 7 (juli), p. 1-2 (samen met ‘De hartekreet van J. Alfred Prufrock’ en ‘Hoe onbehagelijk het is Mr Eliot te ontmoeten’ onder de titel ‘Drie gedichten van T.S. Eliot; vertalingen van M. Nijhoff’).
Vertaling van: T.S. Eliot: ‘The hippopotamus’. In: Dez.: Collected poems 1909-1935. London, 1936. p. 49-50 |
|
De hartekreet van J. Alfred Prufrock 365
Datering: 1949/vóór juli 1950
Gepubliceerd in: De gids 113 (1950). dl. 11, afl.7 (juli), p. 2-6.
Vertaling van: T.S. Eliot: ‘The love song of J. Alfred Prufrock’. In: Dez.:
Collected poems 1909-1935. London, 1935. p. 11-15. |
|
Hoe onbehagelijk het is Mr Eliot te ontmoeten 370
Datering: 1949/vóór juli 1950
Gepubliceerd in: De gids 113 (1950), dl. 11, afl. 7 (juli), p. 7.
Vertaling van: T.S. Eliot: ‘Five-finger exercises; v: Lines for Cuscuscaraway and Mirza Murad Ali Beg’. In: Dez.: Collected poems 1909-1935. London, 1935. p. 147. |
|
Gedenkenis 371
Datering: augustus/oktober 1951
Gepubliceerd in: B.M. Schuurman: Over alle bergen; geschriften. 's-Gravenhage, D.A. Daamen's uitgeversmaatschappij n.v., 1951. p. 7.
Het gedicht is een in memoriam voor Dr. B.M. Schuurman, zendeling-leraar te Java, Nijhoffs zwager (hij was gehuwd met zijn zuster Hester).
Ingrepen: r. 7: en kerk < en, kerk |
|
|