Verzamelde gedichten(1990)–Martinus Nijhoff– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 293] [p. 293] Martinus Dikwijls, Martinus, heilige naamgenoot, Als ik uw snijdend beeld zie, denk ik schamper: Ook gij waart klein, want aan uw naaste in nood Gaaft gij een helft, geen ganschen mantel. Gij steegt niet af als goed Samaritaan, Gij bleeft te paard boven den man verheven. Toen gij uw zwaard greept, hebt gij willen slaan Naar 't creatuur dat zat te beven. Maar toen, uit deernis, uit geërgerdheid, Want zoo ontwaakt ons hart, hebt ge ingehouden; Toen, met een drift die eerst zichzelf kastijdt, Uw kleed gedeeld; toen half behouden. Zoo denk ik, staande voor een afgrond: Nooit, Nooit durf ik dieper dan mijn hoofd buigt blikken: Ginds wordt elke aanvang onverdeeld voltooid, Hier blijven half alle oogenblikken. Vorige Volgende