Verzamelde gedichten(1990)–Martinus Nijhoff– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 269] [p. 269] III Verwachtingen en haren eenmaal grijs zijn niet als nevelen van 't hoofd te vagen, mijmert de trambestuurder, bij de slagen der ruitenwissers, mogelijkerwijs. De eerste rit is altijd weer een reis. Full speed. Hij ziet bij 't zingen van de wagen oude, onvergetelijke winterdagen als niemand voor hem uit was op het ijs. De stad slaapt nog. Zo ver men zien kan zijn rolluiken voor de winkels neergelaten. De draad hangt drup'lend door de lege straat. Verstoot de woonsteden, o God, en laat de kalveren weer weiden in woestijn. Twist met ons, twist met ons, twist niet met mate. Vorige Volgende