Verzamelde gedichten(1990)–Martinus Nijhoff– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 257] [p. 257] Uit Heine's ‘Heimkehr’ Mijn hart blijft zonder vreugde In de vroolijke voorjaarszon; 'k Sta, leunend tegen de linde, Hoog op het oud bastion. Beneden me strekt de blauwe Gracht van de vesting zich uit; Een jongen zit in een bootje Te visschen terwijl hij fluit. Hoe vriend'lijk, hoe frisch van kleuren Verrijzen aan de overkant Uitspanningen, tuinen en menschen En vee en geboomte in het land. Dienstmeisjes hangen de wasch op Al dansend over het gras; Het scheprad sproeit diamanten, Ik hoor zijn verwijderd geplas. Naast den verweerden toren Staat een klein schilderhuis, Daar loopt een soldaat te schild'ren In zijn roode soldatenbuis. Spelenderwijs beweegt hij Zijn van zonlicht fonk'lend geweer, Presenteert en brengt aan den schouder - Voor mijn part schiet hij me neer. Vorige Volgende