Verzamelde gedichten(1990)–Martinus Nijhoff– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 226] [p. 226] Florentijns jongensportret Olijf-ovaal, met van de olijf ook mee de steenharde koelte, zijn gelaat; zijn ogen, de twee juwelen, in hun dunne bogen ver uit elkander glanzend losgesneden. Zijn haar, aanhoudend als door wind bewogen, vertrouwt zijn oor iets toe, iets waar beneden zijn mond, zijn meisjesmond, om lacht; geen tweede dauw heeft ooit druiven als zijn kin betogen. Voor ú buigt de rivier zich door de stad; voor ú, in wijn en brood, stremt de natuur haar zware stroom; en 't is alleen opdat gij zorgloos zingt, een hand in uw ceintuur, dat de ezel zwoegt langs 't ongebaande pad en de oude vrouw hurkt bij het houtskoolvuur. Vorige Volgende