Verzamelde gedichten(1990)–Martinus Nijhoff– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 227] [p. 227] Haar laatste brief Verwijt mij niet dat ik lichtzinnig was omdat ik liefgehad heb zonder trouw en zonder tranen heenging. Want een vrouw komt nooit, als zij bij voorbaat niet genas, de wond te boven ener tederheid die op toekomstig leven is gericht. Ik moest mij wel hernemen voor een plicht waartoe ik onbemerkt ben voorbereid. Zeg zacht mijn naam, en ik ben in 't vertrek: de bloemen staan weer in de vensterbank, de borden in het witte keukenrek. Want meer van mij bevindt zich in die klank dan in de jeugd waarom je van mij houdt, mijn bijna-jongensborst, mijn haar van goud. Vorige Volgende