Verzamelde gedichten(1990)–Martinus Nijhoff– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 110] [p. 110] II Een draaiorgel gilt 's middags in de straat, Straat geel van licht, wild van den klanken-vloek - En ik die raad'loos naar je lichaam zoek Omdat je schaduw door mijn bloed heen staat. Rood bloed, begeert ge een daad, een dans, een tijd? Begeert ge een rots, springvloed onder 't opstekend Stormen der wil, om, één moment, schuim-brekend, Over te sneeuwen naar Gods eeuwigheid? - Toch is het goed om weer terug te zinken, Warme vrouw, in uw schaduw; - 't licht te drinken, Te glimlachen -, terwijl uw kalme handen De bloemen in de zonnige warande Schikken - O geur, o zonlicht, toen zij kwam En mijn moe hoofd in haar twee armen nam - Vorige Volgende