Verzamelde gedichten(1990)–Martinus Nijhoff– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 107] [p. 107] Ineengebroken [pagina 109] [p. 109] I Je was zoo hard voor mij als de eenzaamheid: Mijn hoofd lag aan je borst, en van mijn tranen Waren je handen nat - maar wat je aan een Kind geven moet dat bij je komt en schreit, Wist je niet - Moeder moest je zijn: je had Mijn woorden in je hart moeten bewaren - Maar wij hebben, macht'loozen die wij waren, Elkaar in één dood brekend liefgehad. En 't wordt een witte wijdheid, dit vreemd sterven, Een sneeuwlandschap van rust, waar wij voortaan, Twee zwervers eindelijk vermoeid van zwerven, Elkaar omhelzen en nooit op weer staan: Twee monden, samen, tot één bloem van bloed, En één lied, dat de dood zingt, en voorgoed - Vorige Volgende