Verzamelde gedichten(1990)–Martinus Nijhoff– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 54] [p. 54] VIII Alleen God weet waarom ik bij je kwam, Ik weet slechts dat ik niet kwam om te rusten, Dat je mijn hart ziek en rumoerig kuste, Dat onze nacht brandde als een zwarte vlam. Is dit een zegening, is dit een vloek? Weet God dat wij alleen een rustplaats vragen Buiten geluid, buiten het licht der dagen En buiten alles wat ik angstig zoek? Het troostelooze gaat in mij gebeuren: De wil te sterven doet mijn ziel weer leven En in den nacht zich op haar vleugels beuren - Ze glimlacht, maar het is een droevig stijgen. Lieveling, lieveling, aan mij gegeven! - Ik glimlach in een nacht van dreigend zwijgen. Vorige Volgende