Verzamelde gedichten(1990)–Martinus Nijhoff– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 51] [p. 51] V Mijn hoofd is in de oneindigheid der nacht Statig stijgende in duizelende maat - De donkre wind staat tegen mijn gelaat, Het bloed danst in me, en zingt, dansende, zacht. Wee dat verbijstering de menschen slaat Als over de eeuwigheid zich spant hun kracht: De oneindigheid is slechts van God gedacht, Tuimelen moet wie voor die steilten staat. De roode vlam, de bloem van vuur, bloeit uit: De walm hangt in de mist van 't stille licht. Alle geluid is om me heen vermoord. O mijn groot vrouwe-hoofd dat naast me ligt - De stilte worstelt hijgend naar een woord. Mijn waanzin barst in lachend schreien uit. Vorige Volgende