Verzamelde gedichten(1990)–Martinus Nijhoff– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 48] [p. 48] II Je bent zoo hard voor mij als de eenzaamheid: Mijn hoofd lag aan je borst, en van mijn tranen Waren je handen nat, maar wat je aan een Kind geven moet, dat bij je komt en schreit, Wist je niet - Moeder moest je zijn: je had Mijn woorden in je hart moeten bewaren - Maar wij, die altijd machteloozen waren, Hebben elkander stervend liefgehad. Vage gebaren van verwarde handen, Gezichten, wringende van pijn en schande, Gekke gedaanten dansen door de nacht - En dat ik nergens vind waarop ik zacht Neerleggen kan mijn hoofd tot het zal dagen, Tot ik mijn eeuwigheid zal durven dragen. Vorige Volgende