mij goed
herinner, las ik in ‘Onze Eeuw’ een fragment, ik meen de Proloog, der
Canterbury tales, en al die tijd moet
Barnouw onvermoeid hebben voortgewerkt in de
Vertellingen. Men bespeurt die arbeid, en een zekere moeizaamheid, tot zelfs in
het onophoudelijk aanwenden van abrupte zinswendingen en woorden van
middeleeuwse klank, hetgeen de indruk maakt alsof de vertaler telkens door de
vondst van een frisse tekening of een fonkelend gepoetst antiquiteitje de lezer
tot voortgaan tracht te prikkelen; terwijl wij, innerlijk, nadat wij gaarne een
tol van eerbied voor de toewijding en de enorme eruditie betaald hebben, hoe
langer hoe meer overtuigd raken, dat de lectuur van Chaucer, after all, meer
een studie is en een genoegen, dan een geestelijk voordeel.
Chaucer heeft dit met meer grote dichters gemeen, die als
taalbouwmeesters, als beschavingsmijlpalen of als bewustzijns-concentraties
voor hun eigen letteren van niet te overschatten belang geweest zijn, maar die
niettemin meer overeenkomst tonen met een reservoir dan met een levende bron.
Zij behoren bij het verleden, bij het schip waarvan zij de vlag waren. Zij
komen ons niet tegemoet; wij moeten de eeuwen, die ons van hen scheiden, op
eigen kracht terug afleggen, maar, eenmaal die moeite genomen, verbazen wij ons
dan aanhoudend, hoe zuiver zij het in de vorm van hun kunst vastgelegd tijdperk
nog weerspiegelen. Tegenover eeuwige meesters als Homerus, Dante, Shakespeare,
ja, zelfs tegenover zoveel smaller maar warmer figuren als Villon of Dickens
staan wij geheel anders. Voor hen was nog maar materiaal wat voor Chaucer reeds
inhoud was. Hun opmars overrompelt ons reeds, nog vóór wij goed en wel een
schrede in hun richting gezet hebben. En vandaar dat bij hen reeds een
gebrekkige vertaling de betekenis heeft van een benadering, en dat zij, gelijk
Huizinga terecht in zijn voorwoord opmerkt,
niet ‘volledig zijn zonder den krans van vertalingen, waarin hun woord
weerklinkt’.
Dit zijn zaken die misschien meer vóór het maken van een vertaling dan
daarna de moeite van het overwegen waard zijn.