Saul(1617)–Guilliam van Nieuwelandt– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [Folio B1r] [fol. B1r] Sonet. De vvilde vvoeste Zee, vviens opgesvvollen baren Sich heffen in de locht door Boreas ghewelt, Neervallende soo snel, dat sy den cloecksten helt Door haer selsaem ghedruys verschricken en vervaren: Des' heeft van Nievvvelandt, in Schilder-const ervaren, Door sijn gheleerde Pen naer 'tleuen afghebelt In zijnen Savl dul, die vveerdich vvaer ghestelt Tot een toonbeelt voorvvaer van alle constenaren. Sijn groote donderstem, en dulle raserny Ghelijckt d'onstelde zee; en sijn dwaes' hoouerdy, Het sandigh hoogh gheberght, dat door windt wordt ghedreuen. Leest ghy vvaen-vvijse nu, die yeders fouten wijst, En door v blindt vernuft v eygen vvercken prijst; VVilt nu v plomp verstandt hier in ghevanghen gheuen. Liefde doet hopen. Vorige Volgende