Vondelingskens(1926)–Alice Nahon– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 42] [p. 42] O, blijf niet aan me denken O, blijf niet aan me denken... O, blijf niet van me droomen...; M'n handje kan niet wenken, M'n ziele kan niet komen... O, blijf me niet ontmoeten; M'n wegen gaan verloren..., En 'k mag u toch niet groeten Zoo lachend als te voren. Ge weet m'n eenzaam leven; O, blijf niet vóór me knielen. Hoe zal ik ooit u geven M'n mondeke, m'n ziele? O blijf me niet bestaren Met oogen, moe van smachten! Ik weet al zooveel jaren 't Verlangen van uw nachten. [pagina 43] [p. 43] Al wat ik u bewaarde Ge weet... het viel aan stukken; Nu is m'n hart een gaarde, Waarin ge niets moogt plukken. M'n lied is week van weeên... Hoe zoudt ge bij me rusten? M'n ziel is als 'n zeeë, 'n Zeeë zonder kusten... O blijf niet voor me leven En zacht... en hunkrend vragen...! Ik zou..., ik zou me geven..., Ik kan 't niet langer dragen. Vorige Volgende