Rhetorica, dye edele const van welsegghene
(1553)–Jan van Mussem– Auteursrechtvrij¶ Watmen doen oft laten moet om een redene te verchieren, ende heerlijck wt te legghene.VOren hebben wij eensdeels geroert van die Elocutie, dat es vande goede wtsprekinghe oft wtlegghinge, Nu sullen wij voort mercken hoe die selue vulmaect sal moghen wesen. Niet tegenstaende, al ist sake datmen in alle consten, altijts groote neersticheyt doen moet, om ter vulmaectheyt vander const te gherakene, so moeten nochtans die ionghers ende leerlinghen, oft die niet wel in dye const ghefundeert en zijn, veel meer neersticheden doen, om hem te wachtene van qualijc doene, dan om terstont ter perfectie te comene, twelcke alleenlijck bi grooten labuere, bi langhen tijt, ende bi een sonderlinghe verstant vercreghen moet wesen. Daerom sullen wij al voren int corte verhalen, waer af datmen so wel int scrijuen, als int spreken wachten moet. | |
[Folio 48r]
| |
Alder eerst moetmen wachten van die woorden Ga naar margenoot+ te corrumperen, so wel int stellen alst in pronuncieren, op datmen gheen letteren min, oft meer, oft onbehoorlijcke stelle. Exempel. Dat schamel vief mot ghepist wesen. Dit moetmen aldus scrijuen. Dat schamel wijf moet ghespijst wesen. Het qualijc spellen es een groote schande ende gheensins te verdraghene, sonderlinghe van den ghenen die daer ghelt mede winnen. Men moet oock wachten van quade ongheuseerde Ga naar margenoot+ tale te sprekene. Exempel. Wij gaet, hy loopen. Tes goet dat wij ongehuwet zijn blijuen also ons Paulus wel es bescrijuen. &c. Men moet seggen blijuende, bescrijuende. Dese ende deser ghelijcke faulten vanden ongheleerden dichters en zijn ooc gheensins te lijdene. Men sal noch schuwen alle vreemde ende onbekende Ga naar margenoot+ woorden, als eestere, iuyt, ioye, cume, rabbot, rijueel. &c. Men sal schuwen veel vocalen achter een comende Ga naar margenoot+ in eenen reghele oft sententie, diemen met openen monde pronuncieren moet. Exempel. Twee eerlijcke Italiaensche armeyen. Men sal oock schuwen vele ghelijcke consonanten Ga naar margenoot+ in een sentencie oft reghele. Exempele. Berbel bleef by Betten buyten bedde. Lieuen leedde leyskin lancx die Leye. Of vele harde consonanten in eenen regele sonderlinge als een woort op een van dien wtgaet, ende tnaeruolghende woort op een vanden seluen beghint, als dese, r, s, x. &ce. Exempel. Maercx | |
[Folio 48v]
| |
scrijft thuys regels sonder reden, ten ware datmen hardelijc oft grammelijc spreken wilde. Ga naar margenoot+Wacht dat die leste syllabe van een woort niet en si deerste van tnaeruolgende woort. Exempel Een man manghelt ghelt om goet, oft op twee syllaben aldus. Bi uwen beuele vele menschen. &c. Oft dat die laetste syllaben van een woort met die eerste van tnaeruolghende woordt, gheen leelijc woordt en maken. Exempel. Jan moet zijn wijfs eerden pot dragen. Ga naar margenoot+Schout woorden van twee verstanden, daermen leelicheyt of onreynicheyt wt verstaen mach. Exempel. Hans hinck zijn meerse in Leyskens kraem. Ga naar margenoot+Men sal wachten eenige woorden te vergheeft te sprekene of eenige quade circumlocutien te makene daerment bet int cort soude mogen seggen. Exempel van deerste. Sij ghingen daer si mochten daer si niet gaen en mochten daer en gingen si niet. Hi leeft ende hi en is niet doot. Exempel van het ander. Jesus openbaerde hem Marie magdalene, hebbende in zijn hant een instrument met een houten hanthaue, bouen met een crucke, onder wast yseren, scherp, plat ende lancwijs, men pleechter mede te deluen ende spitten. &c. men segt bet int corte, een spa. Ga naar margenoot+Schout een redene langer te makene dan het van noode si. Exempel. Als si daer ghingen ende nyet en vercreghen, si keerden wederomme tot huys, van daer si ghecomen waren. Ga naar margenoot+Schout ooc oueruloedige worden in een redene alsoot gebuerde van een groot Rhetorisien ten tijden van Cicero, de welcke in een vertooch of sermoon | |
[Folio 49r]
| |
dicwils vermaende van een vrauwe hoe si huer kint gedregen hadde in hueren buyc. Ia waer plegense ander vrauwen te dragen (sprac Cic.) in haren mantel? Wacht v van een woort oft redene dicwils te Ga naar margenoot+ verhalene. Exempel. Een reden die gheen reden en heeft, ten es gheen reden datmen die redene gheloouen sal. Hi sprac tot mi: hoe (seyt hi) mach dat wesen? Als daer eens gheseyt was hi sprac, te vergheefs segt men noch eens, seyt hi. Men moet ooc schuwen alle twijfelachtighe Ga naar margenoot+ redenen, dat es, diemen in diuersche manieren verstaen mach. Exempel. Daer quam een man met een Papegay, hi sprac hebreeusch, griecx, ende latijn, men twijfelt oft de man sprac, so den Papegay. Item men siet wel de lieden van Cassel op thoochste vanden berch, te Brugghe op de maerct gaen, Niemant en mach te Ghent bi nachte achter straten gaen op zijn hooft. Ic sach een man met twee peerden rijden ouer een huys, ende si en consten niet eenen harinc van eenen rooster trecken, twaren dicke peerden. Dusdanighe amphibologien dienen wel in genoechlike materien, om te doen lachene, als esbatementen ende dierghelike, maer nyet daer grauiteyt ende statelicheyt dienende es. Men moet wachten met geaffecteerde woorden al te verdrietelike te spreken, als die sonder verstant ende Ga naar margenoot+ discretie bet dan wel doen willen. Exempel. Mijn liefkin dye heeft een inghelijcke faconde, huer woordekins vloeyen al quamense wt gods monde. Met dit gebrec zijn alle ongeleerde Rhetorisienen seer besmedt, dye welcke als si een sake | |
[Folio 49v]
| |
statelijck verhalen willen, si ghebruycken onbequame opgheblasen woorden ende redenen sonder eenich verstant ende ondersch eedt, verchierende huer saken daer mede ghelijck voren gheseyt es vander koe metter siden huue. Dit geschiet ooc vele duer het misbruycken vanden vreemden termen, vanden welcken wij hier naer een vocabularius beschrijuen sullen. Ga naar margenoot+Het luydt qualijc ende hard, als daer een woort wtgaet op een vocale, ende tnaeruolghende woort oock met een vocale beghint, ten si datmen dye selue voorgaende vocael doode, ende voor gheen syllabe en rekene. Exempel. Katherine es blijde int sprekene. Dit pronunciertmen aldus. Katherijn es blijd int sprekene. Men sal dit sonderlinghe obserueren alsmen liedekens dichten wil, ende mate van syllaben houden. Ga naar margenoot+Men sal ooc noteren in liedekens te dichtene ende mate van tijde ende syllaben te houdene: dat twee corte syllaben voor een langhe gherekent worden, also werden dese naeruolghende woorden euen lanck van tijde gherekent. Inghe is in ghelen, apostels apostelen, dochters, dochteren moyaert, ionckere, schrijueyn, schrijuere, lijdens, lijdene. Men gebruyct ooc somtijts niet qualijc de syncopatie, dat is afcortinghe, als tmach, tsal, deis svaders, voor het mach, het sal, deise, des vaders. &ce. Dit si nv ghenoech van die perfecte elocutie, int corte bescreuen daer toe voeghende tghene | |
[Folio 50r]
| |
dat wij van te voren daer af vermaent hebben, om te weten watmen principalijc vlieden ende laten moet. Voort sullen wij ooc int corte bescrijuen, watmen doen sal, om bi dien tot een goede ende vulmaecte Elocutie te gherakene. |
|