aant.
Daarover een woordje. Men zegt neus, maar de bedoeling is lip. Let er eens op - je kunt de proef nemen onder 't voortlezen. Ik heb Lavaters dromerijen grotendeels gelezen, en geloof niet, of weinig aan 't gewicht van zijn fysionomische opmerkingen. Maar mijn fysionomologie gaat dóór, en die berust geheel op de lip, - de bovenlip. - De mijne is magnifiek zegt Eef.
Hij trok de lip op en zei --
Wat zoudt gij nu in zijn geval gezegd hebben? Ik parieerneen dat kan niet, want eigenlijk heb ik het al verklapt door de Apollinische neus.
Welnu dan, zonder pari, hij zei het. Namelijk: (als 't nog nodig is)
‘Ce pantalon - (hij trok haar scheef rechts) ce pantalon -- (scheef links) Mais M'sieu, ce pantalon --- ('t was sterk goed, gelukkig) - ce pantalon, Mais, - ce n'est pas un pantalon!’
Ik had er het ding toch voor aangetrokken, en meende er niet indecent mee gekleed te zijn. Ik had de man kunnen vragen of hij mij voor een sans-culotte aanzag &c. -
Maar je begrijpt wel dat ik mijn vals vernuft niet waagde aan zijn genie! Want geniaal is het. 't Is een soort van Napoleontisme in de kleermakerij.
Nog een pantalonhistorie - al wat Napoleonlike is, bevalt me. Kan die man het helpen dat hij door het lot --
Een genie is boven het lot heb ik ergens geschreven - of zoiets. Straks krijg je 't.
Een heer had een nieuwe pantalon aan, ging ermee uit, en zie, of liever zie niet, de broek scheurde, - waar men het 't minst gaarne heeft.
Hij de volgende dag naar de kleermaker. Misschien dacht de goeie man dat hij in zijn recht was, en het die ber...... Fransman eens goed zou vertellen.
Hij had, net als ik, gerekend buiten 't genie van die Fransman.
De eerste fureur sla ik over. Je kunt je wel verbeelden hoe men zo'n broek over de toonbank gooit met het gat naar voren. ---