Ik ben zwanger van denkbeelden
(1996)– Multatuli– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 21]
| |
[pagina 22]
| |
Dit nu is een geliefde -- Ik weet wel dat gijl. Holl. schrijvers zegt ‘geliefkoosd’ maar dat deugt niet. Ik zal dat veranderen. - Zeg liever gevoorkeurd of voorgekeurd of koorgeveurd. Liefkozen is verwant met kussen = caresseren. Een stelling enfin waar ik veel mee opheb. - Mijn kinderen in Holland kosten mij nu al f 11000. - zei de man. - En ik vraagde of hij God de kwitanties tonen zou als Deze hem vraagde: Qu'as-tu fait des enfants que je t'ai donnés? 't Was een Fransman. Ook dat zal ik veranderen -- het schoolgaan meen ik. Hoe, - vóór men huwt berekent men of men een kind ‘de, den kost kan geven’ ('t is me te plat om 't op te zoeken). Wie dat niet doet is een dwaas -- ja een dwaas in de zin van Salomo's dwazen = goddelozen. En men zou kinderen durven verwekken zonder in staat te zijn ze dat andere voedsel te geven! Van de week maakte ik een portefeuille los met tekeningen. (Ik houd van mooie platen, en heb er vele.) Een bij, hommel of wesp had tussen de landen der p.f. celletjes gemetseld. Dat gebeurt veel hier; onze huizen zijn zo open -- in elk compartimentje lag een ongeboren beestje te slapen - wachtende op de lieve Natuur die het vleugels geven zou. -- Welnu, bij elk popje lagen 2, 3, 4 dode vliegjes. - Dat had de moeder gedaan. 't Was te laat om te herstellen. De huisjes waren stuk. Ik had ze zo graag de portefeuille present gegeven. 't Deed mij aan die beestjes reeds verblijf te weigeren vóór de geboorte, - wat moest zo een moeder van mij denken als zij denken kon!! En wie weet!
En mijn katten dan? Wij hebben lieve katten, Hollandse katten. De Indische katten hebben korte afgeknotte staarten; 't is of er een knoop in ligt. Maar onze katten zijn waarlijk mooi. Nu dan, telkens als ik een kat haar jong zie wegdragen in de | |
[pagina 23]
| |
bek, denk ik eraan: ‘Hoe meer ik katten leer kennen, hoe minder ik van mensen houd.’
Verbeeld je nu dat ik die wesp eens proponeerde haar popjes bij een andere wesp - geleerder dan zij - te inkwartieren (in te k.). -- Of de kat haar jongen door een kater uit de buurt te laten dragen, - sterker dan zij van gebit. -- De beesten zouden mij aanvliegen. En zet daar eens naast die man van de f 11000!
In weerwil van mijn voornemen om vanavond iets anders te schrijven dan er na ‘28 februari’ staat, kan ik toch niet nalaten hier een anekdote bij te vertellen. Alles is weer niets dan tussenzin. Ik geloof in '37 was ik met Pieter naar het Nut te Buiksloot geweest. Het waaide een storm. Bij het Tolhuis, daar waar men die sluisdeuren overloopt, was een vrouw met een kind. Ik had pas die dagen iets gelezen van Charles Lamb over galanterie. (Zoek het eens op. Lamb heeft niet veel geschreven.) Daaruit had ik geleerd dat galanterie om echt te zijn, nobel -- Foei, God weet dat ik dit niet van Lamb geleerd heb. Had hij een beetje gewacht, dan had ik het geschreven. -- dat galanterie niet van een zijden of niet-zijden japon afhing. God weet dat ik dit altijd gevoeld heb, - en mij ernaar gedragen ook. Ik zou niet anders kunnen. Het waaide een storm. Er was gevaar op die sluis en kwestie of twee handen vrij genoeg was om zich te houden aan de balustrade, die zoals ge wellicht weet maar aan één kant was. Nu weet ik niet meer of de wind van of naar de balustrade woei. Maar dat was mij hetzelfde geweest, -- natuurlijk. ‘Vrouwtje, mag ik je kind dragen?’ 't Was een stevige boerenvrouw, ze had mij wel over de knie kunnen leggen! | |
[pagina 24]
| |
‘Dank je, jongeheer, ik ben mans genoeg geweest het kind ter wereld te brengen, ik ben mans om het te dragen ook.’ En ze bracht het erover, - en in ‘De Tweede Buiksloter’ gaf ze 't de borst. O, die vrouw! Zij zou mijn kinderen zogen -- als ik ze had! En als mijn eigen lieve vrouw ze niet zogen kon, want ook die zou zeggen: ‘dank je jongeheer’ enz. - zonder die mansheid altijd. Is 't niet jammer!
Maar, zeggen ze, - als nu de vader onbekwaam is? - Onbekwaam! 't Ware beter dat ge u dan vroeger had aangemeld als onbekwaam in de zin van 't Burg. Wboek: art. 307b. |
|