Ideën VI
(1878)– Multatuli– Auteursrechtvrij1181.Van dit alles wist Wouter niemendal. Met naïve verbazing trachtte hy de tirades van 't stuk te volgen. Ze bevielen hem niet, en byna klom z'n ontevredenheid op tot den moed, zichzelf in-staat te achten tot het leveren van iets beters. Vooral trof hem de verregaande leegte aan denkbeelden. De aan Ovidius ontleende handeling van 't stuk mocht dan in zekeren zin hoofdzaak zyn, tot het schetsen daarvan waren geen tweeduizend regels noodig. Aan ‘gaan en komen’ waren meer verzen besteed dan aan menschkundige ontwikkeling, of aan opmerkingen die de moeite van 't onthouden waard schenen. Zoo gaat het meer. Is dàt 'n dichter? vroeg Wouter. Neen, m'n beste jongen, dat is een van de 1001 naschryvertjes van andere lieden, die evenmin dichters waren. Rotgans werkte naar fransch model. Z'n arbeid had dus noodwendig 'n dubbele fout. Die van de - zeer gebrekkige! - modellen eerst, en daarna die van 't nawerken. Dit geldt van onze geheele tooneelletterkunde, en op zeer weinig uitzondering na, van onze litteratuur in 't algemeen. De uit luiheid voortkomende meening dat zekere ‘school’ behoort gevolgd te worden, en dat men ‘kunstregels’ moet in-acht nemen, bederft alles. Er zyn geen kunstregels. De ware artist teekent | |
[pagina 270]
| |
de Natuur na, zoo als die zich aan hèm vertoont. Wie hierin oprecht naar juistheid streeft, is kunstenaar. Maar de heeren vinden 't gemakkelyker, een printje natetrekken, waarop 'n ander - óók al 'n nàteekenaar vàn nateekenaars - getracht heeft iets aftebeelden. (250) Men kan evenmin iets goeds voortbrengen door 't volgen van modellen, als zich voeden met de spys die 'n ander gegeten heeft. (338, 795) Kunstbesef werkt van-binnen naar buiten, en niet andersom. Een kunstprodukt dat op andere kunstprodukten gelykt, deugt niet. Wie hiervan meer weten wil, sla 't Naschrift by de Bruid daarboven op, dat meer waard is dan de Bruid. (Vooral ook 1262, vlgg.) |
|