Ideën IV
(1877)– Multatuli– Auteursrechtvrij1029.Wat my betreft, ik veroordeel ut supra onzen vreemdsoortigen ‘lasteraar’ tot...Jérôme Paturot. Hy moet pen, inkt, frazen en rechtzoekery verlaten, en terugkeeren tot z'n eerste liefde aan de oevers van den Brantas.
- En waarom schryft gy dan, vraagt ge?
Helaas, men heeft me geen ander plekjen overgelaten, waar iets te kappen viel. Ge zegt, over uw djati-hout sprekend:
‘Menig balkenvlot des heeren loudon zag ik voor m'n oogen verbryzelen of uit elkander slaan...
En m'n Ideën dan, o brata yoeda, die me wat méér kosten, dan 't door vreemde handen voor dien heer loudon gekapte | |
[pagina 333]
| |
hout?
...terwyl de vlotters zich zwemmende moesten redden. De minste afwyking van juistheid in richting, was voldoende om zoo'n vlot overdwars te doen gaan...
En m'n Ideën dan, o brata yoeda?
...en dan was er geen redding meer mogelyk. De geweldige stroom zou dan de vereenigde pogingen van vyftig roeiers hebben krachteloos gemaakt...
Krachteloos gemaakt? O neen. Verydeld? Misschien. Maar vyftig roeiers zegt ge? Vyftig? En ik dan, die geheel alleen roei tegen zoo'n stroom?
...als 'n pyl werd dan 't vlot meegesleurd, tot het optornde tegen een of ander rotsblok...
Juist! Tegen onwil uit zedeloos eigenbelang, en dit nog niet eens goed begrepen!
...tegen 'n verraderlyken boomstam...
Juist, juist, juist! Tegen verraderlyken laster, surrogaat van 't eerste beproefd even verraderlyk doodzwygen!
...met zulk 'n kracht, dat djati-balken van honderd voet lengte en vier voeten vierkant, ombogen en knapten als zwavelstokken.
En m'n Ideën dan, o brata yoeda?
Dat ‘omgebogen en geknapte’ hout - goed geschetst, waarachtig! Ga naar voetnoot* - was te vervangen na 't verlies. Daar ging | |
[pagina 334]
| |
slechts eenige handen-arbeid te-loor... wat in Indie meer gebeurt, en ook elders. Wie of wat vervangt 'n uitgeputte menschenziel, als ze knakte en brak door 't optornen tegen de logge massa domheid die 'n stompzinnig vermaak schept in zoo'n vlotbreuk? Tegen werkdadige schelmery ook, wier belang meebrengt die hindernissen in haar belemmerende werking te handhaven?
Zeg me, o brata yoeda, wanneer bestreedt gy minder onedelen vyand, toen ge te worstelen hadt met den stroom van den eerlyken Brantas, of toen ge den zondvloed van vuil woudt te-keer gaan, die zich Maatschappy noemt?
Keer terug tot uw vlotten, beste jongen! En... ge zegt dat de tygers, schoon niet geheel nog uitgeroeid door boschvelling en aanbouw, toch afnamen in getal ‘tusschen Borow en Djimbeh,juist op de plek waar zich thans de dessah Goelongan bevindt?’
Wel... zoek dan 'n nieuwe buurt op, waar ze iets minder te lyden hadden van nieuwe dessahs en ‘beschaving.’
Uw uitstapjen in de ‘Maatschappy’ zal u geleerd hebben die tygers te bejegenen met iets als... achting.
Wat my betreft, groet ze van me, en zeg dat ik heimwee voel naar hunne wouden, en naar de eerlykheid van hun vyandschap. |
|