geven ter verstandsverkrachting, aan
magnetizeurs, theologen, bidders, godvruchtige schoolmeesters,
heksenbezweerders, wichelaars, dominees, spookverdryvers, duivelbanners,
priesters... ge moogt dit niet!
En al ware het dat uw kroost, ten-gevolge van deze onthouding, zich
na eenige tientallen jaren wat minder sterk voelde in dubbele o's, Dortsche
stapelrechten of Uniën van Utrecht... het zal daarom niet lager staan in
de hierarchie van de schepselen waarmee de groote Natuur de oneindige ruimte
vult.
En gy, ouders, die beweert dat de rang als mensch, d.i.
denkend wezen, dien ik voor uw kinderen vorder, niet voldoen zou aan de
eischen der Maatschappy...
Eilieve, voedt gy ze dan voor 'n maatschappy van barbaren, dieren of
dakpannen op?
Ik ga nu 't zonderling getuigschrift voorby, dat door zulke
aanmerkingen wordt uitgereikt aan de geloofsbeschaving, om de opmerking te
herhalen dat het kretinizeeren der kinderen, ook van 't allerlaagste standpunt
beschouwd, slechte vruchten draagt. Noemt ge wellicht myn aandringen op de
ontwikkeling van menschenwaarde, 'n hoogdravende fraze - gy die durft
spreken van hemelburgerschap! - 't zy zoo! Met en door uw
geloovery-verstomping maakt ge uw kinderen tot slechte smeden, tot mislukte
kooplui, tot ellendige volksvertegenwoordigers, tot domme ministers. En mocht
zelfs déze bedenking niet ordinair genoeg wezen, niet plat
genoeg, niet laag genoeg by den grond, ziehier dan: gy geloovers maakt uw
kinderen tot onbekwame kostverdieners. Dit zal genoeg zyn, naar ik hoop,
om u te bewegen tot verandering van stelsel! Aan deze verandering is dringend
behoefte, zoowel wat het Onderwys van den lageren stand aangaat, als
ten-aanzien der beginselen van het Onderwys aan de zoogenaamd hoogere
klasse.
Herhaaldelyk vraagde ik, wat beoogen wy? Veredeling, Ontwikkeling,
Beschaving?
Ik blyf altyd wachten op 'n duidelyk, tastbaar, welsprekend kenmerk
van dit alles. Ik zoek naar blyken van stoffelyke welvaart. Dit eisch
ik, en wel niet zoozeer nu als doel van ons streven - hoezeer ik daarop
ook als zoodanig aandring - doch als getuigenis van
rationeel-praktischen zin, als eerste voorwaarde van zedelyke en verstandelyke
gezondheid. Het schoone desideratum omtrent den individu: 'n gezonde ziel in
'n gezond lichaam, is almede ten-volle van toepassing op 'n