902.
‘'t Is zeer moeielyk zich juist uittedrukken.’ Ik
gebruikte herhaaldelyk de woorden: natuurwetten, eischen van den aard der
dingen, logische noodzakelykheid, enz. Zullen ook deze uitdrukkingen
verkeerd worden opgevat? Zal men, na twee, drie geslachten - langer tyd is er
niet noodig om 'n waarheid tot leugen te verwringen, vooral indien daarby 't
offeren van de eerstelingen der kudde kan worden te-pas gebracht! - zal men my
maken tot den boodschapper van 'n nieuwe godin? Zal ze Logika heeten? Of
Noodzakelykheid? Of ??????? Of
isis? Zal 't 'n God zyn? Een herdruk - met ophelderende noten dan! -
van den ouden jao misschien?
Wie dit alles zou uitgeven voor nieuw, is 'n leugenaar. En wie 't
Volk wysmaakt dat de nieuwe godheid lust heeft in ossen, is 'n leugenaar. En
wie haar tot 'n pop maakt, omhangen met pronkgewaad, en wie voorgeeft haar te
vereeren met liedjes en wierook, en wie in haar naam zichzelf of anderen
martelt, en wie z'n kinderen kretinizeert om haar genoegen te doen... ik zeg u:
hy is 'n leugenaar! Hy liegt tegen de achtbaarheid en de eischen van den
oud-nieuwen