Ideën III
(1876)– Multatuli– Auteursrechtvrij883.'t ‘Gemeen’ is kwaadaardig, zegt men. Dit kan waar zyn. Is 't kwaadaardiger dan andere standen? Ik geloof 't niet. Wel schynt het dikwyls zoo, omdat de gemeene-man slechts zeer zelden in de gelegenheid komt om iets te doen blyken van wat er in hem omgaat, en alzoo veel opgespaarde wrevel aan-den-dag legt àls hy eens 'n oogenblik kan uitspatten. Vinden we meer goedmoedigheid in andere standen? Zie de geleerden eens, de mannen van letteren! Is er venyniger menschensoort denkbaar? Een verzenmaker verzekert ons dat litteratuur de zeden verzacht... emollit mores! De man vleide z'n gild. Nec sinit esse feros... och! Ik geloof waarachtig dat er minder moed noodig is om 'n nieuw soort van ploeg aantebevelen, dan tot het voorslaan van 'n verandering van richting in moraal, in levensbeschouving. Er blykt in zulke gevallen dat de emollieerende kracht van plato, cicero, seneca, e.d. niet byzonder groot was. En van de theologie waarlyk ook niet! Ieder kent de liefelykheid van 't odium theologicum, d.i. van den haat in godgeleerde machtsverheffing. De deun waarmee de boer elke nieuwigheid terugwyst, komt gewoonlyk neer op de beschuldiging of 't vermoeden dat men 't op z'n spaarpot aanlegt: ‘de man wil ons die nieuwe machine hoog doen betalen. 't Is hem om | |
[pagina 297]
| |
ons kostelyk geldje te doen.’ Letterlieden tasten den dissident met andere wapens aan. ‘De nieuwigheid is niet nieuw.’ Hierin hebben ze byna altyd gelyk, maar 't blyft onrechtvaardig dit tot verwyt te maken aan iemand die waarheid zoekt, en als zoodanig met den stryd tusschen oud en nieuw niets te maken heeft. Bovendien, 't verwyt zelf is óók geen haute nouveauté. Iets boosaardiger, maar even algemeen, is de beschuldiging: ‘hy heeft zich verkocht aan de andere party.’ Gewoonlyk kunnen de door hun schoollitteratuur zoo byzonder zachtgestemde heeren niet vatten dat de onafhankelyke denker 'n opinie heeft voor eigen rekening. 't Bezit van 'n equipage gaat boven 't besef van lieden die van der jeugd af door 't hun gegeven onderwys in huurkoetsjes gezet zyn. Ga naar voetnoot* En waar byzondere beschuldigingen van deze soort ontbreken, neemt men z'n toevlucht tot het algemeene: ‘hy is 'n slecht mensch.’ Ga naar voetnoot† Maar eilieve, zóóver gaat niet eens de ongeleerde boer in zyn wraak over bewezen dienst! Zou deze alzoo zachter en menschelyker zyn dan de zoogenaamd-beschaafde? Waarlyk niet! Men brenge als psychologische proef ook by hem yverzucht in 't spel, nydige schaamte, wrok over 't blootleggen van z'n middelmatigheid... en zal terstond ontwaren dat zelfs gebrek aan Onderwys barbaren teelt, die in litterarische wildheid niets toegeven aan onderwezenen. De ginds en hier gelyk werkende oorzaak van dat alles is die kortzichtigheid, die verlamming van denkvermogen, waartoe alom de grond wordt gelegd door ongepast Onderwys zoowel, als door ongepaste onthouding van Onderwys. We zouden humaner zyn als wy meer wisten... of minder. |
|