Ideën III
(1876)– Multatuli– Auteursrechtvrij861.'t Is, op z'n voorzichtigst uitgedrukt, mogelyk dat meedeeling in beperkten kring - intensief alzoo - voordeeliger werkt op behoorlyke verspreiding, dan rechtstreeksche verkondiging aan allen. Waar dit mogelyke wordt aangenomen als zekerheid, moet men juist ter bereiking van algemene ontwikkeling, de uitbreiding van onderwys afkeuren, en in dit geval zouden wy de schynbare anomalie zien geboren worden dat de ware republikein aandrong op scheiding in casten. Ik hoop voor deze paradoks bewaard te blyven, en geloof haar te ontgaan door de stelling: alles op z'n tyd! 't Is deze opvatting die, naar ik hoop, de kwestie tusschen uitbreiding of kondensatie over het algemeen, in 'tzelfde spoor zal leiden met m'n gevoelen over de opportuniteit van 't onderwys aan één kind. Ook hierin zal de Natuur ons den weg wyzen. Men dringe den zoogenaamd-geringen stand geen beschaving op Ga naar voetnoot* doch belemmere die niet waar ze verlangd wordt. De Natuur zal spreken. En waar ze spreekt, meene men niet aan haar wil te voldoen door eigenlyk doceeren zoozeer, als door 't openstellen van de gelegenheid tot zelfbekwaming. |
|