Ideën III
(1876)– Multatuli– Auteursrechtvrij850.‘Geen zotterny is zoo zot dat ze niet nu-en-dan door beroeps-wysgeeren wordt in bescherming genomen’ zeide ik in 542. Welnu, geen onbekwaamheid zóó grof dat vakmannen zich daaraan niet schuldig maken. Timmerlui, slotemakers, geneesheeren, advokaten, ministers, steken in jokrisse-achtige ineptie onze kamergeleerden naar de kroon. De Specialiteiten zyn gewoonlyk specialiteiten van onbedrevenheid, en telkens voelt zich de leek opgewekt tot de vraag: is dàt nu 'n smid, is dàt nu 'n minister? Ik mag niet toegeven in den lust, hiervan - anekdotische! - voorbeelden aantehalen. Met eenige oplettendheid zal de belangstellende lezer die in voldoende menigte kunnen waarnemen. Ga naar margenoot# |
|