Ideën III
(1876)– Multatuli– Auteursrechtvrij
[pagina 267]
| |
overtuigd is, wys ik hem op den uitslag. Is de ‘kost’ van de tot ‘kostverdienen’ afgerichte mensheid, overvloedig? Immers neen. We bereiken alzoo 't lagere niet door 't opgeven van hooger. Wel 'n bewys dat we op den verkeerden weg zyn, hoe men 't ook neemt. In landen waar men zich met het zoogenaamd hoogere niet bemoeit, vertoont zich dit verschynsel niet. Elk Javaan is 'n goed landbouwer. Er is harmonie tusschen z'n - negatieve - opleiding, z'n behoeften en z'n bekwaamheid. Deze overeenstemming hebben wy in ons opvoedingsstelsel verbroken. Met 'n beetje makelary, 'n beetje geschiedenis, 'n beetje god en 'n beetje staatkunde meenen wy iets degelyks voorttebrengen. God, Staat en kostverdienen varen er even slecht by. Reeds voor jaren heb ik gezegd dat het moeielyk is zich juist uittedrukken. (13) Ik dring geenszins aan op 't fabriceeren van Specialiteiten, doch beweer dat er winst zou te behalen zyn door gepaste ontwikkeling van 't denkvermogen over 't algemeen, waardoor dan ook de speciale hoedanigheden van den individu zich ter-zyner-tyd behoorlyk zouden vertoonen. Algemeene bildung moet de byzondere voorafgaan. |
|