Ideën III
(1876)– Multatuli– Auteursrechtvrij
[pagina 256]
| |
Zoo neen, welke fouten staan ons daartoe in den weg?
Moet het onderwys zyn: intensief, extensief, of gemengd?
Waar is in 't laatste geval de grens?
Behoort het onderwys tot de bemoeienis van den staat?
Het doel is Verlichting, Verfyning, Beschaving, Ontwikkeling, Veredeling. Hierin spreekt me zelfs geen mecklemburger jonker tegen. De ridders van den stok zyn in deze stelling - tot hun verwondering misschien - geheel aan myn zy. Toch noopt me deze verwondering tot eenig bewys. Ziehier. Een mecklemburger ‘onderdaan’ die den allergnädigst uitgedeelden Prügel niet allerunterthänigst aanneemt, en in-plaats daarvan z'n heer 'n pak slaag geeft, zal door dezen worden gehouden voor 'n verdammt grober Kerl. ‘Verdammt’ beduidt zeer, en verdammt grob is alzoo de superlatief van grof. Met m'n gewoon talent heb ik daar den heelen mecklemburschen landadel tot zeloot voor de verfyning van de boeren gemaakt. De ingenomenheid met deze prouesse wordt wel eenigszins gedempt door de bedenking dat het niet zùlke Verfyning is die wy met het Onderwys beoogen. Van welke soort is ze dan? Zoolang wy 't onderling oneens zyn over 't antwoord op deze vraag, zal goed Onderwys 'n onmogelykheid blyven. Voor we op 'n doel aanleggen moet dit doel vastgesteld zyn. |
|