| |
829.
Voor eenigen tyd vonden wy in onze couranten 't volgend stuk van den
heer
h. hemkes kz. te
Ried. De strekking is te nuttig, en de inkleeding te
flink-praktisch, dan dat het mag verloren gaan als éfémére
kranten-litteratuur.
ONDERWIJZERS-JAARWEDDEN.
Landgenooten!
Wilt
ge mij een oogenblik volgen? Ik breng u op een plaats, waar het wel juist niet
zoo aangenaam is te verkeeren, maar waar elk, die zijn vaderland met heel zijn
toekomst lief heeft, toch wel eens een kijkje mag, ja moet nemen,
om betrekkelijke toestanden naar waarde te kunnen beoordeelen. Welnu - wij
treden zamen een huisgezin binnen. Wij doen dat in het begin der maand Januari
1871. Wij vinden daar vijf personen: man en vrouw - beide ongeveer 30 jaren oud
- en drie kinderen: één van vijf-, één van twee en
één van halfjarigen leeftijd. De woning ziet er uitwendig schamel
uit, en draagt de teekenen er van, dat het ook aan het noodig onderhoud heeft
ontbroken. Zij bevat één woonvertrek, één zij- of
spreekkamertje en eene keuken. De kamers zijn zeer eenvoudig gemeubileerd. Wat
in elke huishouding onontbeerlijk is, wordt er gevonden. Alles was niet in
besten staat. Half versleten gordijnen, waggelende stoelen en wat dies meer
zij! Maar - alles proper! En nu - de bewoners van het huis! De man droeg in
huis een sober kleed. Dat zijner vrouw was verschoten en meer dan half
versleten. De kinderen waren goed gedekt, maar niet allen in staat om de
snerpende koude daar buiten te trotseeren. Aan ordelijkheid en zindelijkheid
ontbrak het evenwel niet. De werkplaats, waar de man zich dagelijks moet
bewegen, is goed ingericht. Het woonvertrek wordt verwarmd door een kachel,
kookkachel | |
| |
tevens. De keuken mist in zoover zijne bestemming. Een
mand naast den kachel geplaatst, bergt eenige turven. Voor het overige ziet men
turfmolm, coaks en een weinig hout. Doorgebrande kolen worden in een doofpot
geborgen. Koude wordt er in het woonvertrek niet geleden. Het gezin heeft
of gebruikt slechts één slaapvertrek: de woonkamer. En die
woonkamer telt, naar ik meen, maar één bed. In allen gevalle: er
wordt slechts van één enkel bed gebruik gemaakt. Daar slapen
vader en moeder, de laatste met het jongste kind aan de borst. Aan het
voeteneinde der bedstede zien wij een kribbe, waar de beide oudste kinderen 's
nachts huisvesten. Het geheele gezin begeeft zich vroegtijdig ter ruste. Men
spaart zoodoende vuur en licht, wellicht ook brood! Het laatste althans tot den
volgenden morgen! Ik konde dat opmaken uit al wat ik zag. Alle voedsel, dat er
genuttigd wordt, is sober. Ontbijt: roggebrood met een aftreksel van koffie en
cichorei, of liever cichorei en koffie. Middagmaal: aardappelen (volstrekt niet
eerste qualiteit) met zoogenaamd winkelsmeer. Boter en vleesch? Daaraan valt in
de verte niet te denken! Louter artikelen van weelde, waarbij den man wellicht
de plaat van
A. Ver Huell voor den geest komt,
waar de laatste een sjouwerman afbeeldt, staande voor een vleeschhouwerswinkel,
en spellende en lezende: ‘biefstuk te koop’ , en heengaande met de
diep wijsgeerige uitdrukking: ‘dat hebben ze nou mij ook leeren lezen op
de zondagschool, maar ... vreet er 's van! Avondmaaltijd of souper:
weder aardappelen in anderen vorm gestampt, geroosterd of gebraden. Twee
avonden in de week echter meelpap! 's Zaterdags kunnen de kinderen zich
vergasten aan een tarwebrood, en op zondagmorgen alléén werd er
extra koffie gedronken. Kwam er onverwacht bezoek - dan wordt er wat
uitgehaald! Nu kennen wij het gezin zoowat uit- en inwendig. Wie is het
hoofd er van: Lezers! het hoofd van dat gezin is een HOOFDONDERWIJZER aan
eene der openbare scholen in ons vaderland! Zijn tractement? Minimum
tractement: Vier honderd gulden per jaar. Ik vraag: is die man niet
physisch zoowel als moreel gedwongen, op zulk een armoedigen voet te leven? Ik
vraag meer: heeft menig dagloonershuisgezin, waar acht gulden per week door
groot en klein wordt verdiend, niet oneindig veel vooruit bij zulk een
staatsambtenaar, die kinderen moet vormen tot edele burgers van den staat, en
daardoor de toekomst van het vaderland helpt waarborgen? Vraagt ge nadere
inlichtingen? Ik geef ze gaarne. Zie hier. Inkomsten ƒ
400.
Uitgaven: | | |
Bijdragen
voor het pensioenfonds. . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. | ƒ | 8.- |
Bijdragen
voor het weduwenfonds.
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. | ƒ | 10.- |
Bijdragen
voor het begrafenisfonds.
. . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. | ƒ | 9.50 |
Zegels van 4 ordonnantiën. . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
| ƒ | 0.84 |
Voor rijksbelastingen. . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. | ƒ | 15.- |
Transp. | ƒ | 43.34 |
| |
| |
per
transp. | ƒ | 43.34 |
Gemeente-omslagen. . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
| ƒ | 3.- |
Lidmaatschap van
onderwijzersvereeniging, enz. . . . . . . . . . .
. | ƒ | 6.- |
Idem van leesgezelschappen
(‘Nieuwe Bijdragen, de Wekker’ , enz.). . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. | ƒ | 4.- |
| | |
(Bovenstaande
uitgaven zijn deels onvermijdelijk en deels noodwendig om de wille der
betrekking
zelve.) | | |
| | |
Voorts: | | |
Brandstof
en licht. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. | ƒ | 30.- |
Winterprovisie (aardappelen enz.). .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. | ƒ | 38.- |
Kleeding, linnen, schoenen, klompen.
. . . . . . . . . . . . . . . . . .
. | ƒ | 50.- |
| | |
(De
laatste post is laag berekend, want de man is kleermakerszoon en eenigermate
met het vak van zijn vader
bekend.) | | |
| | |
Tabak.
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . | ƒ | 10.- |
Onkosten bij bevalling (in
1870). . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. | ƒ | 15.- |
Medicinale hulp en medicijnen. . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. | ƒ | 26.- |
| | |
(Voor
medicinale hulp enz. wordt wekelijks 50 cents weggelegd. Er bestaat in dat dorp
geen ziekenfonds. Die geheele som was 1 Januari 1871 nog voorhanden. Men liet
haar onaangeroerd ondanks kommer en gebrek. Wat kan 1871 wellicht
baren?) | | |
| | |
Eindelijk: | | |
Onkosten
voor het bijwonen van vergelijkende examina. . . . . .
. | ƒ | 12.- |
Te zamen. . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . | ƒ | 237.34 |
Van het geheele tractement blijft dus over ƒ
162.66. Bijgevolg per week ƒ 3.15 voor het geheele huisgezin of 63 cent
voor elk persoon. Voor die som moet brood worden gekocht, meel, melk, eieren,
sago, rijst, beschuit, olie, siroop, zeep, azijn, garen en band, koffie,
cichorei, thee, suiker, enz. Ook moet er nu en dan eene werkvrouw uit die
ontvangsten worden betaald. De onderwijzer met wien wij ons bezig houden,
ontving maandelijks op eene scheurordonnantie ƒ 20, driemaandelijks op
eene verzegelde ordonnantie de overige ƒ 57.79. Mag dat loon
heeten op trouwen arbeid? Spreken zulke feiten niet duidelijker
dan alle brochures? Moet ook op de school het kalf zijn verdronken,
vóór dat de put wordt gedempt? Ik vraag alleen. Antwoorde, wie
antwoorden kan! Van het crediet, dat men dien onderwijzer gaarne schenken
wilde, maakte hij nooit gebruik. ‘Maakte ik schulden’, sprak
de man, ‘dan ware de ellende niet te overzien. Bovendien zou ik op vele
artikelen 5 à 10 pCt. meer moeten betalen. En - zoo voegde hij er bij -
als dan mijn tractement eens werd verhoogd, of ik kreeg voordeeliger
standplaats, wat zou in dat geval die lotsverbetering in de eerste jaren mij
baten?’ De vrouw zei: ‘Dat lijden, dat gebrek is
nog het ergste niet. Maar wij zijn niet in staat, om onze armoede voor het oog
der menschen te verbergen. Daaraan is het toe te schrijven, dat mijn man een
jaar geleden niet te H. werd benoemd. Waarom moest de commissie van plaatselijk
onderzoek het ook juist in den | |
| |
barren winter zoo treffen?’
In den zomer was het lot van dat onderwijzershuisgezin meer dragelijk. De
vrouw gaf dan 's avonds aan eenige meisjes onderwijs in het breien. Eene geit
leverde dan melk, het tuintje groenten en wat aardappelen, hoewel in 1870, meer
zieke dan gezonde.
Ried, 24 Januari 1871. H. HEMKES Kz.
|
|