825.
Maar niet alleen wantrouwen in de solvabiliteit van de gelukbelovers
hield de Mensheid terug van oprecht toetreden tot het voorgesteld akkoord. Er
ligt in de kerkdeugdpreekery zelf, 'n anomalie die haar eigen invloed
rechtstreeks in-den-weg staat.
Wie belooning toezegt voor goed-zyn, bereikt nooit z'n doel.
Men luistert daarnaar niet, men gelooft niet, men handelt
niet naar 't geloof, en in dit geval stoot de kerkmoralist z'n hoofd. Of
het tegendeel geschiedt, en... de geloovers houden haastig den hoed op om de
toegezegde pruimen in ontvangst