Ideën III
(1876)– Multatuli– Auteursrechtvrij810.Maar ik wist by ervaring dat niets zoo weinig op 'n mensch gelykt, dan de wyze waarop-i zich voordoet. Dit is dan ook de reden waarom menschkundigen zoo vaak gebrekkige menschenkenners zyn. Ik ben zeker dat larochefoucauld, la bruyere, montesquieu en dezulken gemakkelyk te misleiden waren, omdat zy zich telkens moeten bedrogen hebben in de toepassing van hun algemeene waarheden op byzondere gevallen. De gemiddelde som der eigenschappen van eenlingen vormt type, maar geen individu is type. Het is voor cuvier te hopen dat-i z'n keukenmeid belast hebbe met den inkoop van biefstuk, en ik geloof dat ichthyologen die zelf ter-markt gaan, gevaar loopen bedaagde zeevisch te eten. Zoo ook is de mathematikus gewoonlyk 'n ongelukkig speler. Dit hoop ik aantetoonen by 't voortzetten van m'n Millioenen-Studien, die in 't Dagblad ‘het Noorden’ zyn afgebroken ‘omdat - volgens verklaring van de redaktie dezer courant - de lezers er niets van begrepen’ 'n duidelyk blyk dat ik de kunst niet versta me behoorlyk uittedrukken. Daarop moet ik me dus toeleggen. Ga naar voetnoot* Wie biefstuk en schelvisch te behandelen heeft, behoort ad hoc bekwaam te zyn, en 't is de plicht van zoöloog en vischkenner, ook op die markten zich thuis te voelen, waar andere dingen worden verkocht dan sauriërs en mastodonten. Volmaakte wysheid zou gewis meebrengen dat men, 't algemeen-hoogere kennende, tevens bedreven ware in de afwykingen van 't byzonder-lagere, maar zoolang men vreest dat de sprongen van den karper ons 't nauwkeurig waarnemen beletten, doen we verstandig op 'n afstand te blyven, en niet ‘zelf’ naar de markt te gaan. |
|