Ideën III
(1876)– Multatuli– Auteursrechtvrij774.Zulke watervreezende zwemmeesters levert de bende der moderne wysgeeren in menigte op, en vooral de Duitsche school heeft 'n onverwinnelyken afkeer van al wat is. In-stede van voorlichting, leverde deze aan 't waarheid-behoevende Volk byna immer 'n verward, kwasi-diepzinnig weefsel van frazen, welker inkleeding alleen van lust tot onderzoek afschrikt. En ware dit laatste maar altyd het geval geweest! Nadeeliger nog werkte de meening die velen zich opdrongen, dat men 't verkondigde begreep, dat de ziel inderdaad gevoed werd door zulke spys. Het was hiermee alweer als gewoonlyk: publiek wilde bedrogen zyn, en kauwde gretig op de distelen die kant, fichte, hegel en dezulken hem voorzetten. Zoodra een van deze namen zich leende tot schoolleus, was 'r geen eind aan den eetlust, en menigeen die zich onverzadigd verklaard had, na 't gebruiken van Oud- en Nieuw-Testament - waarin dan toch zeer veel schoons voorkomt, al beschouwe men die boeken slechts uit 'n geschiedkundig en litterarisch oogpunt - betuigde zeer voldaan te zyn na 't orberen van 'n reeks syllogismen die van niets uitgaande op niets neerkomen. Duisterheid en diepzinnigheid zyn voor de velen die 't begrypen niet gewoon zyn (462) zaken van gelyken aard, en veel beroepswysgeeren maakten van deze begripsverwarring ten-allen- tyde 'n zeer onzedelyk misbruik. 't Bekende credo quia absurdum is van meer algemeene toepassing dan men meent. ‘'t Zal wel mooi zyn, oordeelt het Volk, want ik begryp er niets van.’ |
|