Ideën III
(1876)– Multatuli– Auteursrechtvrij771.We zyn van de onevenredigheid tusschen indruk, en middelen van uiting zoo overtuigd, dat we 't zelfs 'n auteur - wiens ambacht het schryven en beschryven is - al te goedig vergeven, wanneer-i ons herhaaldelyk den afgezaagden deun naar 't hoofd werpt: dàt... dàt... dàt... ‘is niet te beschryven.’ Deze betuiging zelf geldt dan voor 'n soort van beschryving, en wordt als zoodanig aangenomen door lezers die toch weigeren zouden de rekening te betalen voor 'n niet geleverde tafel of kast, welke de schrynwerker had betuigd niet te kunnen maken.
‘De aanblik...
Vergeef 't germanisme. Men is ‘onze eigen’ korrespondent van 'n hollandsche courant by 't hoofdkwartier van Prins X, Y, Z, en spreekt dus duitsch...
‘De aanblik van 't slagveld... niet te beschryven!’
Eilieve, waarde en zeer oorspronkelyke ‘eigen korrespondent’ met dàt doel toch zond men u daarheen. In uw hoedanigheid van Schlachtenbummler, zou juist dat beschryven uw taak wezen.
‘De vreeselyke wanhoop der blondgelokte clara, toen zy haren slanken minnaar sidderend zag nederknielen voor den...
'n Adjektief, o goden, voor dien zandhoop!
Welnu, de wanhoop van die clara was ‘niet te beschryven.’
Maar, beste auteur, aandoenings-schrynwerker, ge hadt toch op u genomen dat wanhoopstafeltje kant en klaar te leveren! En al uw byvoegelyke naamwoorden bewyzen dat | |
[pagina 187]
| |
ge 't leveren wildet, jazelfs gy neemt den schyn aan, dat werkstuk geleverd te hèbben. Slotsom: 't ware te wenschen dat ieder die zich zyner volkomen onmacht bewust is, om weertegeven wat-i gevoelt, of zelfs om met wat schyn van waarheid te pronken met wat-i niet voelt, zich eens-voor-al onbekwaam verklaarde om meetespreken. Onbevoegde sprekers en schryvers namelyk werken den noodlottigen wasdom van wanbegrippen op onverantwoordelyke wys in de hand, en alzoo is ook op zedelyk gebied m'n stelling van toepassing: dat er geen boek is, waaruit niet kan worden geleerd hoe men niet schryven moet. Daar er nu - ook na Sultan omar en 't verbranden van de bibliotheek te Straatsburg, waarmee de Pruisen dezer dagen heel onnoodig hun overwinningen hebben geïllustreerd - nog altyd veel boeken in de wereld zyn, zou reeds hierin alleen 'n oorzaak te vinden wezen, waarom de mensheid gebukt gaat onder 'n zoo zwaren last van wanbegrippen. Ga naar margenoot# |
|