Ideën III
(1876)– Multatuli– Auteursrechtvrij
[pagina 151]
| |
739.Er zou geen eind zyn aan 't leveren der voorbeelden van slechtschryvery, noch aan de klacht dat Publiek daarmee genoegen neemt, indien ik m'n tyd mocht besteden aan dezen al te gemakkelyken arbeid. Ik neem geen courant op, geen brochure, geen Kamerverslag, zonder dat myzelf de waarschuwing in de ooren klinkt, die ik den studenten geven zou: ornatissimi, vermydt dìt, wacht u dáárvoor, maakt die fout niet, onthoudt u van zùlke nonsens, stelt u niet bloot aan bespotting door zóó 'n uitdrukking, zwygt liever dan dat ge aldus zoudt spreken... Maar indien zulke arbeid my te gemakkelyk voorkomt om er de bladzyden van deze ideen mee te vullen, vanwaar dan dat anderen dien niet verrichten uit eigen beweging, en dat het zelfs de vraag is, of ze daartoe zullen overgaan na ernstige aansporing? Is het te veel gevorderd dat men zich rekenschap geve van wat men leest? Sommigen zullen zich nederig verschuilen achter gebrek aan begrip... en ten-rechte. (222) Ze zyn inderdaad te dom om meetespreken, en we danken hen voor de openhartigheid waarmee ze dit erkennen. Jammer maar dat ze nog altyd ingeschreven staan op de lysten der kiezers, dat ze zich niet te dom vinden om te eten, om hun geslacht voortteplanten, enz. Dit aan 't adres van sommige lezers myner Millioenen-Studiën. |
|