714.
Ook in andere kringen dan debating-klubs en
dispuut-kollegien wordt de kwaal van de redenary uitgebroed. Van
advokaten sprak ik reeds, doch 't is moeielyk niet nog eens terug te komen op
deze onvermoeide apostelen der spreekzucht. De man dien ik aanhaalde op bladz.
79 van Bundel IIa, beroemde zich by ieder die 't hooren wilde, en vaak
by dezulken die, 't heldenfeit reeds kennende, daarvan niets meer wilden
hooren, dat-i ‘onder koning lodewyk
drie uren had gepleit... in 't fransch m'heer... in 't fransch... drie
uren!’
Een staaltje van z'n pleiten in 't hollandsch, kan de lezer vinden
op de aangehaalde bladzy. En 'n weinig verder blykt er wat het gepraat van dien
man waard was. Doch hyzelf scheen daaraan weinig te hechten, als men maar aan
die drie fransche uren geloofde. Dit was by hem, en zoo-iets is by velen,
hoofdzaak. 't Zoogenaamde ‘mooi’ pleiten - by sommigen zelfs 't
lang pleiten, schynt meer te beteekenen dan het Recht.