Ideën III
(1876)– Multatuli– Auteursrechtvrij710.Hetzelfde valt optemerken by de theologen. Men laat dominees komen om op de proef te preken. Wie 't mooist praat, is de ware. De minder-mooipraters blyven by de boeren. Eilieve, wat toch heeft het ‘Godsryk’ met redenary of moojigheid te maken? In de kerken echter komt den predikanten 'n byzonderheid te-stade, die andere sprekers gewoonlyk missen. Er kan verondersteld worden dat de hoorders 't met dominee eens zyn. Nu-en-dan moge er 'n klein verschil van opvatting wezen omtrent eenig onderdeel, in de hoofdzaak kan de spreker staatmaken op algemeene toestemming: il prêche des convertis. Wie de luchtvaart van jezus noodig acht ter zaligheid, vermydt de kerk van Ds. zaalberg. Wie geen lust heeft in 't halveeren van de wonderen (435) komt niet by Ds. meyboom. Enz. Ieder gaat waar-i verzekerd is z'n eigen begrippen te hooren verkondigen. Waartoe dient het spreken dan? Is dit streven naar waarheid? |
|